Nieuwe inzichten in het ontstaan van rhabdoïde tumoren

1 dec. 2023 11:00

Onderzoekers van het Prinses Máxima Centrum, het Nederlands Kanker Instituut - het onderzoeksinstituut van het Antoni van Leeuwenhoek - en Oncode Institute hebben met behulp van in het lab gegroeide mini-tumoren waardevolle kennis opgedaan over het ontstaan van rhabdoïde tumoren, een agressieve vorm van kinderkanker. De onderzoekers hebben hierdoor ook een mogelijk aanknopingspunt voor toekomstige therapieën gevonden.

Jaarlijks ontvangen vijf tot tien kinderen in Nederland op zeer jonge leeftijd de diagnose kwaadaardige rhabdoïde tumor (MRT), met vaak al uitzaaiingen op het moment van diagnose. De tumor ontstaat en groeit in de meeste gevallen al gedurende de zwangerschap, tijdens de embryonale ontwikkeling van het kind. Ze kunnen op verschillende plekken in het lichaam voorkomen, waaronder in de hersenen, nieren en weke delen. Chemotherapie leidt zelden tot genezing en de prognose is dan ook somber. Om de overlevingskansen van deze kinderen te verbeteren, is onderzoek naar het ontstaan van dit type tumoren en betere, doelgerichte, therapieën hard nodig.

Epigenetisch onderzoek

De tumor ontstaat door de uitschakeling van het SMARCB1-gen. Er lijken echter meer factoren een rol te spelen. Promovenda Irene Paassen, werkzaam bij het Máxima en Oncode Institute legt uit: ‘Wanneer het SMARCB1-gen niet actief is zagen we tussen tumoren van verschillende kinderen specifieke zogenaamde epigenetische veranderingen. Dit zijn veranderingen die geen effect hebben op het DNA zelf, maar wel op de manier waarop het DNA afgelezen wordt. Hierdoor wordt een ander gen wat betrokken is bij celdeling, het MYC-gen, ‘aangezet’ terwijl het uit zou moeten staan. Het aanzetten van het MYC-gen is cruciaal voor de groei van de tumor. De mogelijkheid dit weer terug te draaien biedt kansen voor de ontwikkeling van nieuwe therapieën.’

Lab met reageerbuisjes NKI

Organoïden

Voor het onderzoek kweekten Paassen en collega’s mini-tumoren die organoïden worden genoemd. Het weefsel was afkomstig uit tumorweefsel van in het Máxima behandelde kinderen. Organoïden komen heel goed overeen met hoe deze tumoren zich in het kind ontwikkelen. Het biedt de mogelijkheid om te onderzoeken wat het effect is van de aan- of afwezigheid van het SMARCB1-gen door het gen aan of uit te zetten in de tumorcellen. De onderzoekers konden hierdoor de onderliggende processen bestuderen en mogelijk nieuwe aangrijpingspunten voor therapieën vinden.

Bij dit onderzoek worden grote datasets gegenereerd die met geavanceerde computersoftware geanalyseerd worden. Paassen: ‘Onze collega’s op het NKI hebben veel ervaring met het type metingen en de data-analyses die voor dit onderzoek nodig waren om de manieren waarop het DNA gevouwen is in kaart te brengen. Die technieken hadden we nodig om vervolgens de belangrijke schakelaars te identificeren. De verschillende expertisegebieden vulden elkaar in dit onderzoek dan ook heel erg mooi aan.’

‘Een van de cruciale stappen in dit onderzoek was begrijpen hoe het DNA gevouwen zit in de kern', vertelt Ningqing Liu, voormalig postdoctoraal onderzoeker in het NKI en nu assistent-professor aan de Erasmus Universiteit: ‘Al onze cellen bevatten 2 meter aan DNA en dit moet opgevouwen worden in een celkern die een doorsnede heeft van de dikte van een tiende van een menselijke haar. Deze vouwing beïnvloedt welke delen van het DNA aangezet worden, zoals in dit geval het belangrijke MYC-gen.

Volgende stappen

De studie werd geleid door Máxima en Oncode-onderzoeker Jarno Drost samen met Elzo de Wit, groepsleider bij het NKI. De resultaten, gepubliceerd in Nature Communications, bieden hoopvolle perspectieven voor toekomstig onderzoek.  Drost, ziet naar aanleiding van deze resultaten mogelijkheden voor verder onderzoek. ‘We onderzochten het subtype rhabdoïde tumoren buiten de hersenen en streven nu naar inzichten die ook van toepassing zijn op de hersenvariant. We hopen overeenkomsten te vinden die ons helpen om een nog completer beeld van het ontstaan van dit type kanker te krijgen Verder onderzoek naar veelbelovende therapieën brengt ons wellicht dichter bij effectieve behandelingen voor kinderen met deze agressieve kanker.’ De Wit vult aan “Wij doen vooral onderzoek naar de werking van biologische processen. Het is mooi om te zien dat ons fundamentele onderzoek naar de vouwing van het DNA kan bijdragen aan een beter begrip van de processen die leiden tot deze agressieve vorm van kinderkanker."

Dit onderzoek is mede mogelijk gemaakt dankzij financiering vanuit de European Research Council (ERC), KiKa/Maarten van der Weijden foundation, de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en Nikai 4 Life.

Deze website maakt gebruik van cookies

Op onze website plaatsen we cookies om het gebruikersgemak van onze website te verbeteren.

Functioneel
[2]
  • Microsoft Clarity
    Door plaatsing van deze cookies krijgen wij als organisatie geanonimiseerd informatie over het gebruik van website en waar de websitebezoekers vandaan komen.
  • Virtuele tours
    Door plaatsing van deze cookie gaan we misbruik van deze content tegen.

Voorkeuren aanpassen