Zomerserie Het Parool deel 1: diagnostiek op het pathologisch lab

27 jul. 2023 09:46

‘Hier, dit wittige bolletje, dat is een tumor'

Op 26 augustus is het 300 jaar geleden dat Antoni van Leeuwenhoek stierf. In een nieuwe zesdelige serie lopen we mee met patiënten, artsen, verpleegkundigen en onderzoekers van het ziekenhuis dat vernoemd is naar de pionier in de microbiologie. Deel 1: de diagnose door het pathologisch lab. Dit jaar bestaat het Antoni van Leeuwenhoek 110 jaar.

Journallist: Jop van Kempen | Beeld: Eva Plevier | Lees het artikel in Het Parool

Zorg

Met een grote zwaai doet José van den Berg de deur van het pathologische laboratorium open. Patiënten komen er nooit over de drempel, maar het werk in het lab is voor hen van groot belang. De belangrijkste vraag die Van den Berg en haar 120 medewerkers beantwoorden: heeft iemand kanker? Onderzoek van lichamelijk weefsel en cellen geeft uitkomst. Jaarlijks rollen er zo’n 20.000 diagnoses uit het lab.


José van den Berg 

“Kijk, dit is een vetschort, een soort net dat over de darmen ligt,” zegt Van den Berg. Ze wijst op een gelige structuur met inktvis achtige uitlopers op de snijtafel. “Dit vetschort is nog op lichaamstemperatuur, want de chirurg heeft ’m een kwartier geleden uit de buik gehaald van een vrouw met eierstokkanker. De patiënt zelf is nu nog onder narcose. De vraag van de behandelend arts is of er uitzaaiingen te vinden zijn in het vetschort.” Van den Berg vreest dat de behandelaar slecht nieuws heeft voor de patiënt. “Hier, dit wittige bolletje, dat is een tumor,” zegt ze. “Helaas komen uitzaaiingen bij ovariumcarcinoom vaak voor. We moeten nog onderzoeken wat voor type tumor het precies is.”

Het werk van Van den Berg focust zich vooral op tumoren. Ze kennen verschillende afmetingen en kleuren. Rood, wit, bruin, zwart. In de dikke darm kunnen ze zo groot worden als een tennisbal, in de huid zijn ze vaak kleiner. De tumor in het vetschort heeft de omvang van een erwt. Een tumor kan voor een patiënt een vonnis over leven of dood betekenen, weet Van den Berg uiteraard. Voor haar is zo’n klomp kwaadaardige cellen echter ook ‘gewoon’ studiemateriaal.

Mix van hoofd en hart

Die combinatie van de harde medische realiteit en de menselijke emotie is altijd verbonden met het werk in een pathologisch laboratorium. Je zou kunnen zeggen dat het een mix is van hoofd en hart. De uitnodigingsposter voor een Valen tijnsfeest op het prikbord van het personeel is op dezelfde leest geschoeid: ‘De snelste weg naar het hart van een man? Een dubbelzijdige incisie aan de linkerzijde van de borstkas.’ Die feitelijke pathologische blik levert patiënten veel op. Want hoe meer informatie over woekerende cellen, hoe groter de kans op een goede behandeling, weet Van den Berg. Daarom worden alle tumoren in plakjes gesneden, bewerkt met chemicaliën en geplakt op een klein, plat glaasje. Vervolgens worden ze bekeken.

Achter de computer

“Vroeger deden we dat met een microscoop. Dat doen we nog steeds als de uitslag van ons onderzoek er tijdens een operatie binnen vijf minuten moet zijn, maar we gebruiken tegenwoordig scanners. Het gros van de diagnostiek vindt plaats achter de computer.” “Vlak voor de coronapandemie zijn we hele maal overgestapt op digitaal. Tijdens de pandende bleek hoe handig dat was, want bijna iedereen kon thuis werken.” Dat digitale werken heeft meer voordelen ten opzichte van de analoge microscoop. Zo kan een collega met een druk op de knop meekijken. Niet alleen een collega van het AVL, ook een collega in de Verenigde Staten. Naar verwachting stappen ziekenhuizen als het OLVG en Amsterdam UMC op korte termijn ook over op digitalisering van hun laboratoria.

Een ander voordeel van een digitaal patholo gielab is dat kunstmatige intelligentie verdachte cellen kan opsporen en beschrijven. “Pathologen kijken nu altijd mee bij beslissingen, maar ik verwacht dat algoritmen op termijn een grotere rol krijgen in het diagnostische proces. De wet- en regelgeving daarover staat nog in de kinderschoenen,” aldus Van den Berg. “Het vak zal de komende j aren echter sterk veranderen.” En het werkin het laboratorium is in de afgelopen vijftien jaar al enorm veranderd. De patholoog had een jaar of dertig geleden wellicht een wat saai imago, maar diens rol bij kankerbehandelingen is steeds groter geworden. Naast het wegsnijden van tumoren door de chirurg en de klassieke chemotherapie heeft de opkomst van zogenoemde neo-adjuvante therapie - waarbij een tumor wordt voorbehandeld met medicijnen voorafgaand aan een operatie - gezorgd voor meer en belangrijker werk voor het lab.

Hormonen

“We doen tegenwoordig ook dna-onderzoek op kankercellen. Daarmee kan worden voorspeld of tumoren goed reageren op medicatie, bijvoorbeeld op medicatie die het immuunsysteem een opkikker geeft. Bij dikkedarmkan kerwerkteenbehandelingmetimmuuntherapie in 15 tot 20 procent van de gevallen erg goed. Het lichaam kan een tumor met een doorsnede van 5 centimeter dan helemaal afbreken.” Dna-onderzoek bij longkanker levert ook informatie op over de herkomst van de ziekte. De dna-schade als gevolg van roken ziet er anders uit dan andere vormen van longkanker. “Meestal willen longkankerpatiënten graag weten of roken de oorzaak was. Die mogelijkheid is er nu.”

Een andere pijl op de boog van de patholoog is onderzoek naar de hormoongevoeligheid van tumoren bij bijvoorbeeld borstkanker. Kankercellen die gevoelig zijn voor de vrouwelijke hormonen oestrogeen en progesteron zijn doorgaans beter te behandelen dan kankercellen die groeien zonder zich te voeden met die hormonen. Op een computer toont Van den Berg de beelden van de weefsels en cellen waaruit zij constateert of er sprake is van kanker. De ongeoefende kijker ziet een rijk kleurenpalet, dat iets wegheeft van de hallucinante beelden die in de ja ren zestig tijdens popconcerten op de achtergrond werden getoond. Maar in plaats van waanvoorstellingen bieden de paarse, roze, gele en grijze patronen informatie over de levensvatbaarheid van de cellen, en de mens aan wie ze toebehoren.

Dat Van den Berg zelf nooit contact heeft met patiënten, vindt ze geen belemmering. “Ik weet wat ik kan bijdragen, en ik vind weefsel- en cel onderzoek gewoon heel interessant. Dat zit er diep in. Als kind bekeek ik al uitvoerig de diertjes die de kat binnenbracht.” “Tijdens mijn studie was ik gefascineerd door de vraag waarom iemand zo ziek kan worden van een tumor van maar 1 centimeter groot. Dat we dat nu steeds beter begrijpen en zo ook aanknopingspunten vinden voor therapie, dat motiveert enorm.”

Onderzoek naar kaakweefsel in het laboratorium. Hoe meer informatie over woekerende cellen, hoe groter de kans op een goede behandeling.

 

Deze website maakt gebruik van cookies

Op onze website plaatsen we cookies om het gebruikersgemak van onze website te verbeteren.

Functioneel
[2]
  • Microsoft Clarity
    Door plaatsing van deze cookies krijgen wij als organisatie geanonimiseerd informatie over het gebruik van website en waar de websitebezoekers vandaan komen.
  • Virtuele tours
    Door plaatsing van deze cookie gaan we misbruik van deze content tegen.

Voorkeuren aanpassen