Wat is hCG?
Humaan choriongonadotrofine (hCG) is een lichaamseigen hormoon dat tijdens de zwangerschap door trofoblastcellen wordt geproduceerd. In de urine is hCG al 2 weken na de bevruchting aantoonbaar. Bij trofoblastziekten blijven deze cellen hCG produceren. Daarom kan het hCG worden gebruikt als maat (tumormarker) voor de hoeveelheid aanwezige trofoblastcellen.
Bij trofoblastziekten is er vaak een veel hogere concentratie hCG in het bloed aanwezig dan bij een normale zwangerschap. Door deze hoge concentratie hCG kunnen vrouwen meer last hebben van zwangerschapsklachten, zoals misselijkheid en braken. Ook kunnen er klachten zijn van een te snelwerkende schildklier, doordat het hCG sterk lijkt op het schildklierhormoon (TSH), een hormoon dat de schildklier sneller laat werken.
Uit onderzoek is gebleken dat bij trofoblastziekten het hCG niet altijd intact is, maar ook als losse delen aanwezig is in het bloed. Er worden in laboratoria verschillende meetmethodes gebruikt voor het meten van hCG. Niet alle laboratoria kunnen alle varianten van het hCG meten. Dit zorgt ervoor dat de metingen in de verschillende laboratoria niet altijd dezelfde waardes aangeven van al het hCG in het bloed. Daarom is het zinvol om het hCG te laten bepalen in een laboratorium waar jarenlang dezelfde meetmethode wordt gebruikt en waarmee ook de hCG verdwijningscurve mee is vastgesteld. Dit laboratorium bevindt zich in Nijmegen.