Wat is een mola-zwangerschap?

Een mola-zwangerschap is de meest voorkomende en goedaardige vorm van trofoblastziekten en kan ontstaan na elke vorm van zwangerschap: een miskraam, een voldragen zwangerschap, een buitenbaarmoederlijke zwangerschap of een zwangerschapsafbreking. Soms kan uit een mola zwangerschap een choriocarcinoom of PSTT ontstaan. 

We kennen 2 verschillende vormen mola-zwangerschap: een complete mola-zwangerschap en een partiële mola-zwangerschap

  • De letterlijke betekenis van mola

     

    Mola hydatidosa is de medische benaming voor een mola-zwangerschap. Het Latijnse woord ‘mola’ betekent ‘massa’. Hydatidosa is afgeleid van het Griekse woord ‘hydatis’, dat ‘waterdragend’ betekent. Bij een mola zijn de placentavlokken door vochtophoping zodanig opgezwollen dat de baarmoederholte hiermee gevuld raakt en eruitziet als een druiventros. Op de afbeelding hiernaast is te zien dat de vorm van de cellen doet denken aan een druiventros of een ‘massa met druppels water’.

Hoe ontstaat een mola-zwangerschap?

Bij een normale zwangerschap deelt de bevruchte eicel zich. Zo ontstaan er twee cellen die zichzelf ook weer delen. Dit proces gaat door en zo komen er steeds meer nieuwe cellen waaruit uiteindelijk een embryo (vrucht, toekomstig kind) en een placenta (moederkoek) ontstaan. Wanneer er bij de bevruchting iets misgaat, kan het gebeuren dat alleen de trofoblastcellen (die de placenta vormen) doorgroeien. Er is dan sprake van een mola-zwangerschap. 

Door de groei van trofoblastcellen in de baarmoederholte en door vochtophoping ontstaan talloze blaasjes. Vaak is er bij een mola-zwangerschap geen embryo aanwezig. Is er bij uitzondering toch een embryo, dan is deze meestal niet levensvatbaar.

Afbeelding: Complete mola hydatidosa

Hoe vaak komt een mola-zwangerschap voor?

  • Een mola-zwangerschap is zeldzaam. In Nederland wordt per jaar bij zo’n 250 patiënten een mola-zwangerschap vastgesteld. Dit komt neer op ongeveer 1 mola-zwangerschap per 700 zwangerschappen.
    Niet iedere mola-zwangerschap wordt gemeld bij de Centrale Mola Registratie, daarom ligt het aantal waarschijnlijk hoger. Zie thema 6, vraag: Worden trofoblastziekten geregistreerd? Een mola-zwangerschap komt veel minder vaak voor dan een miskraam.

Wat is de oorzaak van een mola-zwangerschap?

De oorzaak van een mola-zwangerschap is (nog) niet bekend. In Zuidoost-Azië komen mola-zwangerschappen veel vaker voor dan elders in de wereld. De precieze oorzaak van dit verschil is niet bekend, maar leeftijd (vrouwen onder de 15 en boven de 40 jaar), voeding, etniciteit en de manier van registreren van mola-zwangerschappen kunnen een rol spelen. Andere factoren die mogelijk een rol spelen bij het ontstaan van molazwangerschappen zijn roken, alcoholinname en dieet, maar de onderzoeksresultaten zijn erg wisselend. Heel soms spelen erfelijke factoren een rol. Er zijn wereldwijd enkele families bekend waarbij veel mola-zwangerschappen voorkomen.

Langdurig pilgebruik, sporten of stress verhogen de kans op een mola niet. Bij Aziatische vrouwen komen mola-zwangerschappen vaker voor.

De genen NLRP7 en KHDC3L hebben een relatie met erfelijkheid en mola-zwangerschappen. Bij een mutatie (verandering) in deze genen, is er een verhoogde kans op het herhalen van een mola-zwangerschap in een volgende zwangerschap

Wat is een partiële of complete mola-zwangerschap en maakt dat uit?

Er zijn twee soorten mola-zwangerschappen te onderscheiden: de complete en partiële mola.

Complete mola

Bij een complete mola zijn alle chromosomen in de cel (+1) afkomstig van de man. (zie figuur 1) Het erfelijk materiaal van de vrouw wordt uitgestoten vlak voor of na de bevruchting. Er is dus een lege eicel die wordt bevrucht door 1 of 2 zaadcellen. Bij bevruchting met 1 zaadcel, delen de chromosomen van de man zich zodat er toch een normaal aantal chromosomen in de cel aanwezig is. Als alleen chromosomen van vader aanwezig zijn, leidt dit tot een ongeremde deling van de cellen met de karakteristieke blaasjes. Deze worden veroorzaakt door vochtophoping in de placentavlokken en kunnen met het blote oog vaak worden gezien. Er is bij de complete mola geen weefsel aanwezig dat op een embryo lijkt. 

Het menselijk lichaam bestaat uit miljarden cellen. Alle cellen in ons lichaam hebben een kern. De kernen van deze cellen bevatten chromosomen, de dragers van ons erfelijk materiaal (ons totale erfelijk materiaal wordt ook wel het ‘genoom' genoemd). Chromosomen liggen in paren in de kern van de cel. Van elk chromosomenpaar komt er één van vader en één van moeder. Erfelijke informatie is dus altijd dubbel aanwezig.

Partiële mola

Bij de partiële mola is er ook een teveel chromosomaal materiaal van de vader in de eicel aanwezig, maar de chromosomen van de moeder zijn niet verdwenen. Hierdoor is bij de partiële mola de hoeveelheid genetisch materiaal in de cel verhoogd. Bij een partiële mola is er meestal een niet levensvatbare zwangerschap aanwezig.

Wat maakt het uit?

De moederkoek groeit in beide gevallen snel door en blijft zwangerschapshormoon (hCG) produceren. Daarom zijn er meestal veel zwangerschapsverschijnselen. Een complete mola komt vaker voor dan een partiële mola en heeft ook meer kans op niet spontaan verdwijnen van al het weefsel. De partiële en complete mola-zwangerschap worden op dezelfde manier behandeld.

Hoe ontdek je een mola-zwangerschap?

Klachten en onderzoek bij een mola-zwangerschap

Soms zijn er bij een mola-zwangerschap geen bijzondere klachten. De meest voorkomende klacht is het hebben van vaginaal bloedverlies in het eerste trimester van de zwangerschap. Vaak wordt er vanwege dit bloedverlies een echoscopisch onderzoek gedaan waarbij de mola-zwangerschap wordt ontdekt. Bij echoscopisch onderzoek van een complete mola zijn vele kleine blaasjes te zien die de baarmoederholte opvullen, in plaats van een embryo met een kloppend hartje en een normale moederkoek. De mola is te zien als een witte vlek op het scherm, dat doet denken aan een ‘sneeuwstorm’.

In andere gevallen wordt er een echo gemaakt omdat het hartje tijdens de controles niet gehoord werd, of omdat de baarmoeder te groot lijkt voor de duur van de zwangerschap. Dit komt doordat het placentaweefsel blijft doorgroeien. In een vroeg stadium van de zwangerschap, kan het echobeeld echter op een miskraam lijken. In dat geval wordt de definitieve diagnose mola pas gesteld wanneer de zwangerschap is verwijderd en onder een microscoop is onderzocht. Tegenwoordig krijgen veel zwangere vrouwen al vroeg in de zwangerschap een echo en kan  een beeld worden gezien dat past bij een molazwangerschap voordat de vrouw klachten krijgt

Echoscopisch onderzoek complete mola

Doordat vrouwen met een mola-zwangerschap veel hogere concentraties zwangerschapshormoon (hCG) in het bloed hebben, kunnen ze meer last hebben van zwangerschapsklachten, zoals misselijkheid en braken. Hyperemesis gravidarum (overmatige misselijkheid en braken tijdens de zwangerschap) kan dus wijzen op een mola-zwangerschap. Het zwangerschapshormoon hCG lijkt sterk op een hormoon dat de schildklier sneller laat werken. Daarom kunnen vrouwen met een mola-zwangerschap ook last hebben van een te snel werkende schildklier. Dit kan soms een zeer ernstige vorm aannemen waarvoor medicijnen nodig zijn. In zeldzame gevallen treedt bij een mola-zwangerschap een zwangerschapsvergiftiging (pre-eclampsie) op. Bij dit ziektebeeld heeft de zwangere een te hoge bloeddruk in combinatie met eiwitverlies in de urine. Andere klachten die kunnen voorkomen zijn buikpijn en vaginaal verlies van blaasjesachtig weefsel.

Stellen van de diagnose

Het stellen van de diagnose gebeurt met behulp van gynaecologisch onderzoek, echoscopisch onderzoek en weefselonderzoek. De baarmoeder voelt vaak weker en groter aan dan normaal. Daarnaast zal er onderzocht worden hoeveel zwangerschapshormoon (hCG) er in het bloed aanwezig is. De hoeveelheid van dit zwangerschapshormoon geeft aan hoeveel actieve trofoblastcellen er zijn.

Wat is de behandeling van een MOLA-zwangerschap?

De behandeling van de complete en partiële mola-zwangerschap is hetzelfde en bestaat uit een vacuümcurettage onder echoscopisch zicht. Dit is een ingreep via de schede waarbij het mola-weefsel met een dun slangetje (vacuümcurette) uit de baarmoederholte wordt weggezogen. De gynaecoloog probeert bij deze operatie zoveel mogelijk mola-blaasjes te verwijderen. Bij de meeste vrouwen verdwijnen na de ingreep de achtergebleven mola-blaasjes spontaan. 

Bij een mola-zwangerschap moet vaak meer weefsel worden verwijderd dan bij een normale miskraam. Daarom kan bij de curettage van een mola meer bloedverlies optreden dan bij een normale miskraam. Een bloedtransfusie (+1) tijdens of na de ingreep kan bij veel bloedverlies nodig zijn.

Een bloedtransfusie is een ingreep waarbij bloed of bepaalde bestanddelen van bloed van een gezond persoon (de donor) zijn afgenomen en worden gegeven aan iemand die veel bloed of bepaalde bloedcomponenten nodig heeft (de ontvanger).

Trofoblast 2 Voorhetgesprek Vacuum

Vacuümcurettage

De vacuümcurettage vindt plaats op de operatiekamer onder volledige narcose. Tijdens de vacuümcurettage wordt vaak een echo gemaakt om zo goed mogelijk te beoordelen of al het molaweefsel is verwijderd. Het verwijderde weefsel wordt naar de patholoog gestuurd, die dit weefsel onderzoekt op het laboratorium onder de microscoop.

Wanneer de vrouw ouder is dan 40 jaar en geen kinderwens meer heeft, kan de arts eventueel adviseren de baarmoeder te verwijderen. Dit is een grotere ingreep dan een vacuümcurettage.

Controle na een mola-zwangerschap

Bij een vacuümcurettage probeert de gynaecoloog zoveel mogelijk molaweefsel te verwijderen, maar er zullen altijd mola-blaasjes achterblijven. Deze verdwijnen vaak spontaan. Om te controleren of de achtergebleven mola-blaasjes goed verdwijnen, zal na de vacuümcurettage regelmatig het bloed worden onderzocht. In het bloed wordt het zwangerschapshormoon hCG gecontroleerd.

Na de curettage wordt het zwangerschapshormoon hCG wekelijks bepaald totdat de waarde is genormaliseerd. Dat betekent dat de waarde niet meer verhoogd is. Vaak is er een range (bijvoorbeeld tussen 0 en 2 waarbinnen de waarde normaal wordt gevonden), maar dit kan verschillen per laboratorium en per gebruikte test. Daarna wordt dit nog een keer, een week later bevestigd.

Wanneer het hCG is genormaliseerd hoeven er geen verdere controles verricht te worden. De hCG bepalingen kunnen door de gynaecoloog worden beoordeeld aan de hand van een verdwijningscurve.

Gemiddeld duurt het 6 weken na de curettage voordat de bloeduitslagen weer normaal zijn. De duur tot normalisatie hangt af van de uitgangswaarde (de waarde van het hCG voor de operatie) van het hCG en de compleetheid van de curettage. Bij ongeveer 80-90% van de vrouwen met een mola zwangerschap zal de hCG waarde spontaan normaliseren na de curettage. De kans op het terugkeren van de mola-zwangerschap nadat het zwangerschapshormoon hCG is genormaliseerd, is zeer klein (<1%).

Bij 10-20% van de vrouwen daalt het hCG onvoldoende of stijgt het hCG zelfs. Dit ziektebeeld wordt ‘Gestational Trophoblastic Neoplasia (GTN)’ genoemd. Dit kan een teken zijn dat de trofoblastcellen zich hebben verspreid in de baarmoederwand, naar de longen en, in zeldzamere gevallen, naar andere organen. De hCG controles na een mola-zwangerschap zijn dus van belang om GTN zo vroeg mogelijk te kunnen opsporen. Vroegtijdige opsporing leidt bijna altijd tot genezing met behulp van chemotherapie.

Tile5
De gynaecoloog geeft uitleg over de controle na een mola-zwangerschap.

Wanneer mag ik weer zwanger worden na een mola-zwangerschap?

Na een mola-zwangerschap is het meestal niet mogelijk om direct zwanger te worden omdat het hCG nog is verhoogd. Er moet dus eerst gewacht worden op normalisatie van het hCG. Na een complete en partiële mola mag een vrouw direct weer zwanger worden nadat het hCG is genormaliseerd en eenmalig gecontroleerd.

Trofoblast 2 Voorhetgesprek Anticonceptie

Kansen voor volgende zwangerschap

De kans op een tweede mola-zwangerschap in een volgende zwangerschap is erg laag, namelijk 1%. Dit betekent dat 99% van de gevallen er geen sprake is van een tweede mola-zwangerschap. Een tweede mola heeft een sterk verhoogde neiging om te ontwikkelen tot persisterende trofoblastziekte. Behalve de licht verhoogde kans van 1% op opnieuw een mola is er bij een volgende zwangerschap géén verhoogde kans op onvruchtbaarheid, miskraam, vroeggeboorte of aangeboren afwijkingen. Ook zijn er na een mola-zwangerschap niet meer gezondheidsproblemen of complicaties tijdens een volgende zwangerschap.

Zwanger en dan?

Geadviseerd wordt om bij de, op de mola volgende ‘nieuwe’ zwangerschap, vroeg (rond de 6-7 weken) een echo-onderzoek te laten doen. Wanneer de zwangerschap in orde lijkt, kan de controle van de zwangerschap bij de verloskundige blijven, tenzij er een andere reden is om gecontroleerd te worden door de gynaecoloog. Een doorgemaakte mola-zwangerschap is dus geen reden voor verloskundige controles bij de gynaecoloog.

Bij een medische indicatie is de kans op complicaties tijdens de zwangerschap of bevalling verhoogd. In dit geval vinden vaak de zwangerschapscontroles en/of bevalling plaats in het ziekenhuis. Als u geen medische indicatie heeft, kunt u zelf kiezen waar u wilt bevallen.

Wat zijn de lichamelijke en emotionele klachten na een mola-zwangerschap?

Lichamelijke klachten

Het lichamelijke herstel na een vacuümcurettage is meestal vrij vlot. Vaak is er nog een tot twee weken wat vaginaal bloedverlies en bruinige afscheiding. Het is verstandig te wachten met gemeenschap tot dit bloedverlies voorbij is.

Emotionele klachten

Veel vrouwen maken na een mola-zwangerschap psychisch een moeilijke tijd door. Aan ideeën over het verloop van de zwangerschap en het te verwachten kind komt in een keer een einde. Ook hebben veel vrouwen nog nooit van een mola-zwangerschap gehoord. De onbekendheid met dit ziektebeeld brengt onzekerheid mee en maakt de verwerking van de mola-zwangerschap mogelijk nog moeilijker dan bij een ‘gewone’ miskraam. Ook onbekendheid in de omgeving kan leiden tot onbegrip. 

De wekelijkse controles van het hCG kunnen iedere keer weer voor spanning zorgen. Ook een nieuwe zwangerschap zal minder zorgeloos worden ingegaan. Iedereen verwerkt een mola-zwangerschap op een andere manier. De lange ‘wachtperiode tot het hCG genormaliseerd is voor een nieuwe zwangerschap kan moeilijk zijn, zeker als de vrouw al wat ouder is. Ook de behandeling zelf en eventuele aanvullende chemokuren bij persisterende ziekte spelen bij de verwerking een rol. Het kan een steun zijn om te weten dat de kans op een nieuwe goede zwangerschap heel groot is.

Voor een vrouw die een mola-zwangerschap heeft doorgemaakt, kan het voor de verwerking helpen om hier met haar partner over te praten en gevoelens hierover te uiten. Daarnaast kan praten met andere paren die hetzelfde hebben meegemaakt behulpzaam zijn. Voor meer informatie over lotgenotencontact zie deze pagina.

De patiënt kan ook met de behandelaar in gesprek over lichamelijke en emotionele klachten. Wanneer er meer hulp nodig is kan de arts de patiënt doorverwijzen naar bijvoorbeeld een oncologieverpleegkundige die gespecialiseerd is in psychosociale ondersteuning.

Test uw kennis

Met de volgende vragen kunt u uw kennis over een mola-zwangerschap testen

Klik op de vragen om het antwoord te bekijken.

Een mola is afgeleid van het Latijnse woord ‘Mola’ (1) en Griekse woord ‘hydatidosa’ (2). Waar staan deze twee termen voor?

Mola betekent massa

Hydatidosa betekent druppel water.

Juist of onjuist: Een mola komt voor bij 1 op de 700 zwangerschappen

Juist.

Een mola komt voor bij 1 op de 700 zwangerschappen. 

Kan langdurig pilgebruik, sporten of stress de kans op een mola verhogen?

Onjuist

De oorzaak van een mola-zwangerschap is (nog) niet bekend. Wel is bekend dat langdurig pilgebruik, sporten of stress de kans op een mola niet verhogen.

Wordt een complete mola anders behandeld dan een partiële mola.

Nee.

Tegenwoordig is er in Nederland geen verschil meer in de behandeling en follow up tussen complete en partiële mola.

Wordt bij een mola-zwangerschap als behandeling de baarmoeder verwijderd?

Nee.

De behandeling van een mola-zwangerschap bestaat uit een vacuümcurettage onder echoscopisch zicht. Wanneer de vrouw ouder is dan 40 jaar en geen kinderwens meer heeft, kan de arts eventueel adviseren de baarmoeder te verwijderen. Dit is een grotere ingreep dan een curettage.

Hoe vaak wordt het zwangerschapshormoon hCG bepaald na de behandeling van een mola-zwangerschap?

 Wekelijks tot normalisatie van het hCG

Na de behandeling van een mola-zwangerschap wordt het zwangerschapshormoon hCG wekelijks bepaald totdat de waarde is genormaliseerd in drie opeenvolgende bepalingen.

Kan een vrouw na een mola-zwangerschap weer zwanger worden?

Ja. 

Na een mola-zwangerschap kan een vrouw wel zwanger worden. 

Deze website maakt gebruik van cookies

Op onze website plaatsen we cookies om het gebruikersgemak van onze website te verbeteren. Deze cookies zijn essentieel voor een goede werking van onze website.

Functioneel
[2]
  • Microsoft Clarity
    Door plaatsing van deze cookies krijgen wij als organisatie geanonimiseerd informatie over het gebruik van website en waar de websitebezoekers vandaan komen.
  • Virtuele tours
    Door plaatsing van deze cookie gaan we misbruik van deze content tegen.

Voorkeuren aanpassen