Chirurgie

Blaasverwijderingsoperatie/ cystectomie

De operatie

Bij de man: bij de operatie wordt bij de blaas, prostaat en zaadblaasjes verwijderd. In sommige gevallen kunnen we een prostaatsparende of alleen een zenuwsparende ingreep bij u verrichten. De lymfeklieren in de buurt van de blaas worden ook tijdens deze operatie verwijderd.

Bij de vrouw: bij de operatie wordt de blaas, baarmoeder, eierstokken en gedeeltelijk vaginawand verwijderd. Indien mogelijk wordt een baarmoeder- of eierstok sparende operatie verricht. De lymfeklieren in de buurt van de blaas worden ook tijdens deze operatie verwijderd.

Voorafgaande aan de operatie wordt besloten op welke manier de urine vanuit de nieren zal worden afgevoerd, meestal wordt hiervoor een stukje dunne darm gebruikt en wordt er een urinestoma gemaakt in de rechteronderbuik waarop de urineleiders (buisjes vanuit de nier) worden aangesloten. Dit wordt ook wel ‘Bricker’ genoemd en is de meest gekozen oplossing. Andere mogelijkheden worden hieronder beschreven. De keuze tussen deze verschillende mogelijkheden wordt samen met u al poliklinisch gemaakt.

De operatie kan zowel met een kijkoperatie (met behulp van de DaVinci robot) worden uitgevoerd, als via een laparotomie (open buikingreep). De keuze hiervoor hangt af van verschillende factoren en zal vooraf met u worden besproken.

Voor en na de operatie

Voorbereiding op de operatie

De verpleegkundig specialist zal u uitgebreid voorlichting geven over de operatie, de opnamecomplicaties en nazorg.

Preoperatieve screening
Voorafgaand aan uw operatie heeft u een afspraak met de anesthesioloog op de polikliniek voor een gesprek en kort onderzoek naar uw lichamelijk conditie en eventuele bijzonderheden. De spreekuurassistente meet bij u de hartslag en bloeddruk en vraagt naar uw lengte en gewicht; zo nodig worden deze gemeten.

Wondstoma verpleegkundige
De wondstoma verpleegkundige zal voorafgaand aan de operatie verschillende stomamaterialen laten zien en uitleg geven over de verschillende mogelijkheden van een stoma en het leven met een stoma. In het geval van een neoblaas zullen zij u leren hoe u zelf de blaas kan legen middels het zelf katheteriseren. Op de dag van de operatie wordt er  een stip op de buik gezet, waarbij wordt aangegeven wat de beste locatie is voor het eventuele urinestoma. Hier wordt rekening gehouden met uw postuur, kleding etc. Na de operatie zal de verpleegkundige  u leren hoe de verzorging van het stoma en/of neoblaas gaat.

Na de operatie

Hoe kan ik straks plassen?
Er zijn verschillende mogelijkheden om te zorgen dat de urine weer via de urineleiders uit het lichaam gaat als de blaas is verwijderd. Er zal met u besproken worden welke mogelijkheden voor u gelden. Hieronder volgt kort een overzicht van de verschillende blaasvervangende mogelijkheden:

Urinestoma (Bricker)
Van het laatste stukje dunne darm wordt een urinestoma gemaakt. De urine loopt dus continu via het stoma naar buiten. Hier plakt u een zakje overheen waar de urine in afloopt. Voordeel is dat u zich geen zorgen hoeft te maken over wanneer u moet plassen. Als het zakje vol is leegt u dit gemakkelijk op de wc. Ook hoeft u ‘s nachts niet de wekker te zetten om het stoma leeg te maken. Een nadeel is een veranderd uiterlijk van de buik.

Neoblaas
Van het laatste stukje dunne darm wordt een opvangreservoir gemaakt wat wordt aangesloten op de plasbuis. Hierdoor ziet je aan de buitenkant geen veranderingen.

Met behulp van druk op de buik en uw buikspieren drukt u tijdens het plassen de neoblaas leeg. U plast via de plasbuis. Het nadeel kan zijn dat de urine er niet zo goed uitkomt en dat u zelf moet katheteriseren. Ook kan het zijn dat de sluitspier van de plasbuis niet sterk genoeg is om de urine op te houden, dan heeft u last van urine-incontinentie. Hierbij voelt u geen aandrang om te plassen en zal u op gezette tijden naar het toilet moeten gaan, dit betekent, ook dat u in de nacht een wekker moet zetten om op tijd de neoblaas te ledigen Ook heeft u meer kans op urineweginfecties dan bij het urostoma.

Indiana pouch
Van het laatste stukje dunne darm en het eerste stukje dikke darm wordt een opvangreservoir (pouch) gemaakt. Dit reservoir wordt niet aangesloten op de plasbuis, zoals bij een neoblaas, maar dit wordt als een katheteriseerbaar stoma door de buikwand naar buiten geleid, vaak ter hoogte van de navel.

Dit reservoir moet elke paar uur geleegd worden met een katheter. U kunt dus niet zelf plassen. Over het algemeen is dit reservoir continent, dus u hoeft hier geen zakje op te plakken, maar een pleister. Er kunnen problemen ontstaan met katheteriseren en het goed leegmaken van het reservoir, waardoor meer kans is op urineweginfecties. Ook kan het voorkomen dat het reservoir in de loop der jaren gaat lekken en dat het nodig is om een zakje op de opening in de huid te plakken. Het uiterlijk van de buik verandert door de opening voor katheterisatie waar de pleister op is geplakt.

Colonconduit
Dit is een zeldzamere benadering, en wordt alleen uitgevoerd bij patiënten waarbij we ook een deel van de endeldarm moeten verwijderen en de patiënt een darmstoma krijgt. Er kan dan soms gekozen worden om een stukje dikke darm in plaats van de dunne darm te gebruiken om een urinestoma van te maken. De voor- en nadelen zijns te vergelijken met de Bricker, maar alleen bij het colonconduit (in combinatie met ook een darmstoma) is het niet nodig om tijdens de operatie een darmnaad aan te leggen.

Ureterocutaneostomie
Bij patiënten die na de operatie maar één nier overhouden, kan er soms worden gekozen om de urineleider, zonder tussenkomst van een stukje darm, direct door de huid naar buiten te laten komen. Hierbij stroomt de urine continu in het zakje op de buik. Het voordeel hiervan is dat er geen operatie aan de darmen nodig is het herstel sneller verloopt. Soms ontwikkelt zich in de bij de opening wat littekenweefsel waardoor dit dicht gaat zitten. Daarom krijgen patiënten met een ureterocutaneostomie een blijvend slangetje van de nier tot aan de huid, om te zorgen dat de huidopening open blijft. Dit slangetje wordt singje J genoemd en wordt regelmatig poliklinisch verwisseld.

Ook kunt u kijken op www.stomaofneoblaas.nl voor meer informatie.

videostill cystectomie blaaskanker

Uitleg cystectomie van de blaas

Om in deze tijd onze patiënten zo optimaal mogelijk te informeren, hebben wij deze video opgenomen over de geplande blaasverwijderende operatie (cystectomie). Deze video is ondersteunend aan ons telefonisch contact.

De dag van de operatie

De dag zelf

  • Meestal wordt u de dag voor de operatie opgenomen voor de voorbereidingen.
  • De stoma verpleegkundige loopt langs om de plaats van een eventueel urinestoma te bepalen en zet een stip op uw buik.
  • In de ochtend wordt u naar het operatiecomplex gebracht in uw bed.
  • Hier vandaan wordt u naar de operatiekamer gebracht.
  • Daar zal de uroloog en de anesthesist, samen met hun team (operatie assistenten en anesthesiemedewerkers) nog een laatste controle uitvoeren over de operatie en zullen er nog enkele vragen worden gesteld.
  • Hierna zal de operatie beginnen. Deze duurt ongeveer 6 uur.
  • Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer of de intensive care, afhankelijk van wat er met u is afgesproken.

Wat kan ik verwachten tijdens de opname?

  • Vanaf de dag na de operatie is het goed dat u zo snel mogelijk uit bed gaat en beweegt.
  • Na de operatie mag u in principe direct wat eten en drinken.
  • De gemiddelde opname duur is ongeveer een week.

Ontslag uit het ziekenhuis

  • In het ziekenhuis leert u hoe u met de nieuwe situatie om moet gaan
  • Eventueel wordt tijdelijke hulp voor thuis ingeschakeld.
  • Na enkele dagen wordt u gebeld om te horen hoe het met u gaat en worden de verdere controle afspraken voor u ingepland.

Bijwerkingen en gevolgen

  • Elke blaasvervangende voorziening heeft andere bijwerkingen en gevolgen. Dit zal van te voren met u op de polikliniek worden besproken.
    In het algemeen dient u na de operatie rekening te houden met vermoeidheidsklachten, het rustig opbouwen van activiteiten, verminderde concentratie en emotionele verwerking.
  • Seksuele functiestoornissen komen zeer veel voor na de operatie zowel bij man als vrouw. Bij mannen kan dat bestaan uit erectiestoornissen en verlies van zaadlozing. Bij vrouwen kan dat bestaan uit droogheid van de vagina en pijn bij het vrijen. Meer hierover is te vinden op www.kankerenseks.nl. Ook hebben we een speciale polikliniek kanker en seksualiteit binnen de urologie.

Herstel thuis

  • Na de operatie duurt het enige tijd voordat u weer hersteld bent en zich weer fit voelt. De eerste zes weken mag u geen inspannende activiteiten uitvoeren. De eerste 6 weken na de operatie mag u niet fietsen, niet zwaar tillen en geen zwaar huishoudelijk werk doen. Gemiddeld duurt een herstel 3 maanden. Als u voor de operatie behandeld bent met chemotherapie, kan dit nog wat langer duren. Ook de vermoeidheid kan maandenlang aanhouden.
  • Patiënten blijven regelmatig onder controle en worden om en om gezien door onze urologen en verpleegkundig specialisten. We controleren of alles na de operatie goed verlopen is en of er eventueel sprake is van terugkeer van de ziekte. Ook de wondstoma verpleegkundige houdt contact met u over de verzorging van uw neoblaas of urinestoma.
  • Het eerste jaar zal dit in het AVL plaatsvinden, daarna zal meestal het vervolg worden overgedragen aan het verwijzend ziekenhuis.

 

Deze website maakt gebruik van cookies

Op onze website plaatsen we cookies om het gebruikersgemak van onze website te verbeteren. Deze cookies zijn essentieel voor een goede werking van onze website.

Functioneel
[2]
  • Microsoft Clarity
    Door plaatsing van deze cookies krijgen wij als organisatie geanonimiseerd informatie over het gebruik van website en waar de websitebezoekers vandaan komen.
  • Virtuele tours
    Door plaatsing van deze cookie gaan we misbruik van deze content tegen.

Voorkeuren aanpassen