Chirurgie bij schildklierkanker
De meeste vormen van schildklierkanker kunnen we vroegtijdig vaststellen en volledig genezen. Bij een operatie bij schildklierkanker wordt een gedeelte van de schildklier of de gehele schildklier verwijderd. Indien nodig halen we ook de nabijgelegen lymfklieren weg. Als we uw gehele schildklier moeten weghalen, moet u de rest van uw leven medicijnen met vervangende schildklierhormonen gebruiken. Dit werkt doorgaans zeer goed. Meestal krijgt u 4 tot 6 weken na een volledige verwijdering een nabehandeling met radioactief jodium. Dit is om eventueel achtergebleven schildklierkankercellen te vernietigen. De prognose oftewel het toekomstperspectief na schildklierbehandeling is in de meeste gevallen zeer gunstig.
Diagnose voorafgaande aan een operatie
Vóór de operatie maken we een echo van de hals om de grootte van de afwijking, de schildkliernodus, te bekijken, om het aantal afwijkingen te beoordelen en om eventuele uitzaaiingen in de nabijgelegen lymfeklieren uit te sluiten. De radioloog zal op basis van de echobevindingen besluiten om een punctie te verrichten, hierbij wordt middels een naald cellen uit de afwijking genomen. De uitslag wordt met u besproken door uw behandelend chirurg en/of internist. Het kan zijn dat deze uitslag niet eenduidig is en dat de echo en punctie herhaald moet worden. Tevens wordt er bloed afgenomen, waarbij onder andere uw schildklierfunctie getest zal worden.
Indien er kwaadaardige cellen worden gevonden door de patholoog zal uw behandelend chirurg de operatie met u bespreken en kan, afhankelijk van de situatie, eventueel extra onderzoek plaatsvinden zoals een MRI, CT of PET/CT-scan.
In het Antoni van Leeuwenhoek bieden we sneldiagnostiek aan. Dit wil zeggen dat u op één dag de verpleegkundig specialist en/of internist, de oncologisch chirurg en hoofd-halschirurg ziet. Tevens wordt die dag een echo en meestal een punctie verricht en wordt wat bloed afgenomen. Diezelfde middag bespreken alle specialisten die betrokken zijn bij schildklierkankerbehandeling in het AVL en het UMC Utrecht (beide ziekenhuizen werken samen op het gebied van schildklierbehandeling) al uw uitslagen in een multidisciplinair overleg (MDO). U krijgt aan het einde van de werkdag telefonisch de uitslag en een behandeladvies vanuit ons hele team.
Chirurgische behandelopties
Op basis van de echo, de punctie-uitslag en het MDO-advies bespreken we met u de chirurgische behandelopties. Het kan zijn dat we ook eventuele deelname aan een wetenschappelijke studie bespreken indien u daarvoor in aanmerking komt.
Wanneer we het onderscheid tussen een goedaardige of kwaadaardige tumor niet kunnen maken, kunnen we in overleg met u de helft van de schildklier verwijderen. Dit is de helft waar de afwijking (de nodus) in gelegen is. De andere helft blijft dan zitten.
Tevens adviseren we het verwijderen van een schildklierhelft als de gevonden afwijking in die helft kwaadaardige cellen bevat en niet groter is dan 4 cm. In bepaalde situaties halen we ook de nabijgelegen lymfeklieren weg aan de kant van de operatie. De gezonde schildklierhelft laten we zitten. Het weefsel wordt na de operatie onderzocht door de patholoog. Dit duurt gemiddeld 10 werkdagen. In sommige gevallen adviseren we op basis van de uiteindelijke weefseluitslagen om ook de andere helft/nabijgelegen klieren te verwijderen in een tweede operatie.
Indien er sprake is van een kwaadaardige tumor groter dan 4 cm, als de kwaadaardige cellen op meerdere plekken in de schildklier gelegen zijn en als we vooraf een lymfeklieruitzaaiing vaststellen, adviseren we u om de gehele schildklier met nabijgelegen lymfeklieren te verwijderen. Afhankelijk van de ligging van de gevonden lymfeklieruitzaaiing in de hals kan hierbij nog aanvullend een grotere operatie van de lymfeklieren in de hals plaatsvinden door de hoofd-halschirurg. Indien dit nodig is, zal dit in één ingreep plaatsvinden.
Tijdens de operatie
U bent onder volledige narcose tijdens de operatie en krijgt een beademingsbuis, een tube, in uw luchtpijp die direct na de operatie verwijderd wordt. Vooraf aan de ingreep spreekt u de anesthesist die met u onder andere de narcose en pijnbestrijding rondom de operatie bespreekt.
U krijgt in principe geen drain na de operatie. Als we een operatie verrichten waarbij, door de hoofd- halschirurg, een groter deel van de halslymfeklieren verwijderd wordt dan zult u wel tijdelijk 1 of 2 drains krijgen. Meestal kunnen deze na 1 tot 3 dagen verwijderd worden.
Tijdens alle schildklieroperaties maken we gebruik van de NIM-monitor. Dit is een methode die ons helpt om tijdens de operatie de stembandzenuw op te sporen, de functie van de zenuw te bevestigen en deze ook na de ingreep te testen op een goede werking. Er is gelukkig zelden sprake van blijvende stembandschade, wel kunt u na de operatie tijdelijke klachten zoals heesheid verwachten.
Na de operatie
Indien we de halve schildklier verwijderen, bent u één nacht na de operatie ter observatie in het ziekenhuis en kunt u de dag erna, na het opnieuw laten afnemen van wat bloed, weer naar huis.
Indien we de gehele schildklier verwijderen, verblijft u de nacht na de operatie op een bewaakte afdeling (in het AVL is dat de Intensive Care). Bewaakt betekent dat u onder andere continue monitoring van uw hartritme krijgt. Meestal kunt u de dag na de operatie naar de gewone afdeling. De meeste patiënten hebben extra calcium nodig na de operatie, dit komt omdat de nabijgelegen bijschildklieren tijdelijk minder calcium kunnen produceren. Indien uw calcium, al dan niet met medicatie, op orde is mag u naar huis. Het aantal dagen dat u in het ziekenhuis opgenomen ligt is gemiddeld 3-5 dagen, maar kan ook langer zijn.
We letten tijdens de opname en de poliklinische controles op eventuele complicaties zoals een bloeding na de operatie of een ontsteking. Gelukkig komt dit weinig voor en is dit vaak goed te behandelen.
Nabehandeling bij gehele schildklierverwijdering
Indien we de gehele schildklier en/of hals lymfeklieren verwijderd hebben, komt u meestal in aanmerking voor een nabehandeling met radioactief jodium (I131). Deze behandeling vindt gemiddeld 5 weken na de operatie plaats. Hiermee vernietigen we eventuele resterende kwaadaardige schildkliercellen. Zo verminderen we het risico dat de ziekte terugkomt. Schildklierkankercellen nemen het jodium op en door het jodium radioactief te maken, kunnen we deze cellen gericht bestralen. Om de behandeling zo effectief mogelijk te maken, stimuleren we de nog aanwezige schildklierkankercellen zoveel mogelijk radioactief jodium op te nemen. Dit doen we door de concentratie van het eiwit TSH in het bloed zo hoog mogelijk te maken. Dit kan mogelijk gemaakt worden door recombinant TSH te gebruiken of door direct na de operatie geen vervangend schildklierhormoon te geven. Na de behandeling met radioactief jodium wordt u een aantal dagen opgenomen om te voorkomen dat u andere mensen met straling besmet. U mag dan geen bezoek ontvangen. U krijgt een apart gesprek op de afdeling nucleaire geneeskunde waar de voorbereiding van deze behandeling met uw wordt besproken (als dieet en medicatie), de behandeling zelf en tevens de periode hierna (leefregels, medicatie).
Na deze behandeling krijgt u een afspraak bij de internist om uw medicatie (calcium, thyrax) te bespreken en eventueel aan te passen.
Na een totale verwijdering van de schildklier moet u voor de rest van uw leven hormoonvervangende medicijnen nemen. Het kan enige tijd duren voordat het lichaam gewend is aan deze behandeling met schildkliertabletten. De meeste mensen die schildklierkanker hebben gehad, functioneren binnen enkele weken tot maanden na de behandeling weer volledig normaal.
Effectiviteit
De meeste patiënten met schildklierkanker genezen volledig na een adequate behandeling. Ongeveer 95% van de patiënten is 15 jaar later nog in leven. Wel zijn er patiënten met een verhoogd risico op terugkeer van de tumor. De belangrijkste factoren hiervoor zijn onder andere de grootte van de tumor, het aantal aangetaste lymfeklieren en het type schildklierkanker.
De behandeling van schildklierkanker, maar ook de controles daarna zijn erop gericht om een eventueel terugkerende tumor zo snel mogelijk op te sporen, zodat we deze direct kunnen behandelen.