Radiotherapie bij baarmoederhalskanker
De behandeling van baarmoederhalskanker is afhankelijk van de uitgebreidheid van de kanker.
Baarmoederhalskanker kan in een stadium waarin de kanker nog beperkt is, geopereerd worden. In bepaalde gevallen is daarna nog een bestralingsbehandeling nodig. Deze wordt gedaan om de kans op het teruggroeien van de kanker zo klein mogelijk te maken.
Is de baarmoederhalskanker lokaal meer uitgebreid, dan kan de voorkeur uitgaan naar een combinatie van uitwendige radiotherapie en chemotherapie, gevolgd door een aantal inwendige bestralingen. De bestralingen vinden in een periode van 7 weken plaats. Eens per week wordt er chemotherapie gegeven.
Als chemotherapie niet mogelijk is, kan de bestralingsbehandeling ook gecombineerd worden met een hyperthermiebehandeling in het Amsterdam UMC, Locatie AMC. Bij deze behandeling wordt de tumor een uur verwarmd tot 40 graden. Gezonde cellen zijn tegen deze temperatuur bestand, kankercellen minder. Belangrijk is echter dat de kankercellen met hyperthermie gevoeliger worden voor bestralingen.
Voorafgaand aan de bestraling kunnen goudmarkers worden geplaatst in de baarmoedermond. Hiermee kan de positie van de baarmoederhals bepaald worden met een CT-scan die aan het bestralingstoestel is gekoppeld. De bestraling wordt dan aan deze positie aangepast en wordt op deze manier zo nauwkeurig mogelijk uitgevoerd.
Inwendige bestraling wordt ook wel brachytherapie genoemd. Is dit bij u het geval dan zal u hier nog uitgebreid over worden geïnformeerd.