Stevinpremie voor immunoloog Ton Schumacher
19 jun. 2020 09:00
Immunoloog en moleculair bioloog Ton Schumacher van het Antoni van Leeuwenhoek, tevens hoogleraar immuuntechnologie aan de Universiteit Leiden/LUMC krijgt de Stevinpremie. Dit is samen met de Spinozapremie, waarvan de laureaten tegelijkertijd worden bekendgemaakt, de hoogste wetenschappelijke prijs van Nederland. De Stevinpremie wordt toegekend aan onderzoekers die met hun onderzoek een grote maatschappelijke impact hebben.
Ton Schumacher ontrafelde een van de fundamentele basisvoorwaarden voor immuuntherapie tegen kanker, werkt nauw samen met klinische onderzoekers om immuuntherapie naar de patiënt te brengen en zette een aantal spin-off bedrijfjes op om te zorgen dat de therapieën die hij bedenkt er ook echt komen. Schumacher is ook aangesloten bij Oncode, het virtuele Nederlandse instituut voor kankeronderzoek.
Overwinning van het fundamentele onderzoek
Hoe werkt het afweersysteem? Dat was de vraag die Ton Schumacher als jonge wetenschapper fascineerde. ‘Oorspronkelijk was mijn drijfveer puur wetenschappelijke nieuwsgierigheid’, zegt hij. Maar in de loop der jaren voelde hij steeds meer de urgentie om iets met die kennis te doen.
Zijn vroege werk, in de jaren ’90, had nog niets met kanker te maken. ‘We keken vooral naar de afweerreactie tegen cellen die geïnfecteerd waren door een virus. Ik had toen alleen nog geen idee dat die kennis zó bruikbaar zou worden. Ik zie de immuuntherapie tegen kanker dan ook echt als een overwinning van het fundamentele onderzoek.’
Hoe weet een T-cel dat hij een kankercel moet aanvallen?
In 2018 ging de Nobelprijs naar twee collega-grondleggers van de immuuntherapie bij kanker, Jim Allison en Tasuku Honjo. Zij wilden weten wat de remmen zijn op het afweersysteem. Schumachers vraag is eigenlijk nog fundamenteler: hoe weet een T-cel – een witte bloedcel die indringers kan uitschakelen - überhaupt dat hij een tumorcel moet aanvallen? Wat ziet zo’n T-cel aan de tumorcel waardoor hij denkt: dat hoort hier niet thuis?
DNA-schade
Het sleutelwoord bleek DNA-schade. Hoe meer DNA-schade, hoe beter de immuunreactie. Kankercellen met veel DNA-schade presenteren eiwitfragmenten op hun oppervlak (de neo-antigenen) die op gezond weefsel afwezig zijn en waardoor T-cellen gealarmeerd worden. Als gevolg van dit proces is er bij veel patiënten een sluimerende afweerreactie tegen de kankercellen aanwezig en deze afweerreactie kan versterkt worden met immuuntherapie.
De praktijk heeft Schumacher gelijk gegeven. Vooral de kankersoorten met relatief veel DNA-schade reageren goed op immuuntherapie. Denk aan melanoom (schade door de zon) of longkanker (schade door bijvoorbeeld roken).
Meten van de immuunrespons bij patiënten
Schumacher en zijn groep ontwikkelde de technologie om immuunresponsen bij patiënten te meten samen met collega Huib Ovaa van het Leids Universitair Medisch Centrum. Huib Ovaa overleed een maand geleden, veel te jong. Het is dus ook een eerbetoon aan hem, deze prijs, vindt Schumacher.
Met de 2,5 miljoen euro van de Stevinpremie wil Schumacher een algoritme bouwen dat kan voorspellen of een T-cel in staat is om kankercellen te herkennen. ‘Dit soort kennis zouden we kunnen gebruiken om bijvoorbeeld in het bloed van een patiënt te bepalen of er T-cellen zijn die specifiek zijn kankervorm kunnen herkennen.’
Klinische trials
Schumachers habitat is het lab. Maar hij werkt op dagelijkse basis samen met de oncologen in het ziekenhuis. Samen met klinische onderzoekers John Haanen en Christian Blank zette hij in het Antoni van Leeuwenhoek een serie vernieuwende klinische trials op. ‘Er is een continue flow van informatie over en weer tussen lab en kliniek’, zegt hij.