Hoe vetcellen het ontstaan van borstkanker kunnen voorspellen
1 apr. 2021 16:10
Nieuw onderzoek toont aan dat de grootte van vetcellen zou kunnen voorspellen of vrouwen met DCIS, een mogelijk voorstadium van kanker, ook daadwerkelijk borstkanker zullen krijgen. Het voorspellen van deze transitie is een lastig vraagstuk waar dokters zich momenteel mee bezighouden. AVL wetenschappers van de Jelle Wesseling groep publiceerden deze week enkele waardevolle onderzoeksresultaten in samenwerking met hun Cancer Grand Challenge PRECISION team.
“Ductaal carcinoma in situ (DCIS) is zelf geen kanker, en zolang het in de melkgang zit is het ongevaarlijk. Het zaait niet uit en doet geen pijn,” legt groepsleider Jelle Wesseling, hoofd van het PRECISION team, uit. Maar omdat we nog niet kunnen voorspellen welke patiënten invasieve borstkanker zullen ontwikkelen, krijgen de meeste patiënten met DCIS nu nog een preventieve behandeling tegen kanker. Hierdoor moeten duizenden vrouwen met DCIS toch naar het ziekenhuis moeten komen voor intensieve behandelingen met daarbij onnodige stress, bijwerkingen en angst. “We zien zelf hoe veel invloed de diagnose en behandeling heeft op het leven, de psychische gezondheid en de kwaliteit van leven van onze patiënten met DCIS. Dit was de onderliggende motivatie van ons Cancer Grand Challenges team,” vertelt Jelle.
Nieuwe focus
In de hoop nieuwe markers op te sporen waarmee het risico op het ontstaan van kanker kan worden voorspeld, analyseerde en vergeleek zijn team pathologische rapporten en gezondheidsinformatie van mensen met DCIS die later wel - of juist niet - invasieve borstkanker ontwikkelden. De eerste auteur van het onderzoek, Mathilde Almekinders uit de groep van Wesseling, kwam op het idee om adipocyten onder de loep te nemen: de rond de melkgangen gelegen vetcellen. Hoewel we weten dat deze adipocyten het gedrag van de omliggende cellen kunnen beïnvloeden, zijn deze cellen gewoonlijk niet de focus van borstkankeronderzoek.
Vergeleken met de bevolking
Twee belangrijke factoren zijn geïdentificeerd als drijvende kracht achter de ontwikkeling van DCIS tot borstkanker: de grootte van de omliggende vetcellen bij de DCIS-laesie en de expressie van het COX-2 eiwit. Patiënten met kleine adipocyten in en een lage hoeveelheid van het COX-2 eiwit hadden een laag risico om borstkanker te ontwikkelen (2,6%) – ongeveer gelijk aan de algemene bevolking. Maar de patiënten met een hoger aantal van COX-2 en grotere adipocyen hadden naar schatting een kans van 1 op 4 (28%) om binnen 15 jaar met invasieve borstkanker te worden gediagnosticeerd.
Wait and see-beleid
Ooit zal het meten van deze vetcellen en COX2-expressie ons misschien kunnen helpen voorspellen of DCIS bij een patiënt tot invasieve borstkanker zal leiden. Dit kan ertoe leiden dat duizenden vrouwen ter wereld veilig een wait-and-see-beleid zouden kunnen volgen waarbij de DCIS in de gaten wordt gehouden zodat ze geen behandeling hoeven te ondergaan tot dit daadwerkelijk nodig is. Deze aanpak zou grote gevolgen kunnen hebben voor hun kwaliteit van leven.
Het onderzoeksteam gaat nu de samenwerking aan met verschillende klinische studies (trials) die ook zijn gericht op het risico op borstkanker in patiënten met DCIS, in de hoop dat de onderzoekscriteria kunnen worden uitgebreid met de grootte van adipocyten en expressie van COX-2. “[voor mensen met DCIS] moet er een manier komen om hevige medische ingrepen te vermijden zonder dat daarbij de gezondheid in gevaar komt,” zegt Jelle. “Ik hoop dat wij de oplossing gevonden hebben.”
Dit onderzoek is mede mogelijk gemaakt door KWF Kankerbestrijding en Cancer Research UK
Lees meer:
- Waarom Mathilde Almekinders de PALGA-prijs 2020 voor haar onderzoek naar DCIS ontving
- De publicatie in NPJ Breast Cancer
- Het werk van het internationale PRECISION team.