Snelle immuunreactie na melanoombehandeling betekent uitstekende prognose

8 feb. 2021 17:00

Bij patiënten met uitgezaaide melanomen is de kans op terugval heel klein als hun immuunsysteem snel na immuuntherapie tumorcellen begint op te ruimen. Dat blijkt uit twee onderzoeken die Nature Medicine op 8 februari publiceert. “Een vroege immuunrespons lijkt een goede maatstaf te zijn voor de werkzaamheid en het beoordelen van nieuwe therapieën.”

Christian Blank, internist-oncoloog in het Antoni van Leeuwenhoek, is betrokken bij de beide publicaties die samen in Nature Medicine staan. 'Een van de publicaties gaat over ons eigen onderzoek. Het laat zien dat patiënten die een vroege immuunrespons vertonen na immuuntherapie voorafgaand aan hun operatie, zogeheten neoadjuvante immuuntherapie, er gerust op kunnen zijn dat hun ziekte ook later niet terugkomt.'

Snelle immuunreactie, dan bijna nooit terugval

Het onderzoek vond plaats onder bijna honderd patiënten die voor een operatie aan stadium-3-melanoom immuuntherapie kregen. Na zulke therapie moet het immuunsysteem zelf aan de slag gaan om de tumorcellen aan te vallen. Komt die respons snel op gang, dan heeft dat een belangrijke voorspellende waarde, zo bleek.

Van de 71 patiënten die goed reageerden, kreeg 98 procent geen terugval binnen twee tot vier jaar. Van de kleine groep patiënten bij wie de immuunrespons uitbleef, had maar liefst twee op de drie patiënten een terugval. Voor deze groep werkt Blanks team nu aan nieuwe behandelingen om ook hen betere kansen te geven.

In de tweede publicatie vergelijken onderzoekers verschillende neoadjuvante therapieën (dus therapieën voorafgaand aan een operatie) bij patiënten met een melanooom, waarbij de relatie tussen de respons van patiënten en hun overleving zonder terugval centraal stond. Het onderzoek voegt data van zes studies samen.

Bijna geen terugval

De onderzoekers vergeleken vier therapieën: twee verschillende immuuntherapieën en twee doelgerichte therapieën. Doelgerichte therapie bestaat uit medicijnen die de deling van de tumorcellen remt.

De belangrijkste uitkomst: als een patiënt goed reageerde op een neoadjuvante behandeling (pathologische respons), dan kwam een terugval bijna niet voor. Dit geldt met name voor immuuntherapie en minder voor de doelgericht therapie. Een aannemelijke verklaring hiervoor is dat bij immuuntherapie het eigen afweersysteem de tumorcellen aanvalt, wat doorgaat als de therapie is afgerond.

Daarom geldt bij de immuuntherapie dat ook een gedeeltelijke pathologische respons zeer gunstig was voor de lange termijn. Zonder deze respons was de prognose bij alle therapieën aanzienlijk minder goed. Blank: 'Voor medicijnautoriteiten als de FDA en de EMA is dit belangrijk nieuws: de vroege immuunrespons is een belangrijk indicator voor de werkzaamheid van een therapie.'

Goed nieuws

Blank benadrukt dat het verstandig lijkt melanoompatiënten vóór een operatie te behandelen met immunotherapie. 'Alle soorten tumorcellen die samen de tumor vormen zijn dan nog aanwezig. Dat optimaliseert de immuunreactie die de immuuntherapie opwekt.'

De nieuwe resultaten voegen daaraan een belangrijk aspect toe. 'Bij een operatie enkele weken na immuuntherapie, kun je zien of die de gewenste respons heeft opgewekt. We weten nu dat dit enorm goed nieuws is. Zijn de tumoren níét verdwenen of verkleind bij aanvang van de operatie, bij zo'n 20 procent van deze patiënten, dan weet je dat na neoadjuvante therapie nog verdere behandeling nodig is.

Opereer niet meteen

Blank zet op basis van de nu gepubliceerde data zo snel mogelijk een grote klinische studie op in Nederland en Australië. Bij regionale melanoomcentra in Nederland kunnen patiënten met stadium-3-melanomen over enkele maanden deelnemen aan deze studie naar neoadjuvante immunotherapie. Blank roept oncologen en chirurgen daarom met klem op om vanaf dat moment patiënten met uitgezaaide melanomen vooral niet meteen te opereren. Immuuntherapie zes weken vóór de operatie lijkt veel betere resultaten op te leveren.

Het onderzoek dat nu in Nature Medicine staat en een andere klinische studie die nu loopt in Nederland, vinden plaats binnen het International Neoadjuvant Melanoma Consortium (INMC), waarvan Blank een van de oprichters is. 'De bewijzen stapelen zich op, ik wil zorgen dat neoadjuvante immuuntherapie zo snel als mogelijk de standaard wordt, zodat zo veel mogelijk patiënten er baat bij hebben. Samen komen we sneller vooruit. Wij zetten onze studies in overleg met elkaar op, zodat ze elkaar aanvullen.'

Meer informatie

  • Eerder nieuwsbericht over dit onderzoek, met vervolgtijd van 8 maanden
  • Survival and Biomarker Analyses from the OpACIN-neo and OpACIN Neoadjuvant Immunotherapy Trials in Stage III Melanoma
  • Pathological response and survival with neoadjuvant therapy in melanoma: a pooled analysis from the International Neoadjuvant Melanoma Consortium (INMC)
  • Christian Blank is internist-oncoloog in het Antoni van Leeuwenhoek en sinds kort bijzonder hoogleraar Interne geneeskunde aan het LUMC. Hij is gespecialiseerd in de behandeling van patiënten met uitgezaaid melanoom of niercelkanker.
Deze website maakt gebruik van cookies

Op onze website plaatsen we cookies om het gebruikersgemak van onze website te verbeteren. Deze cookies zijn essentieel voor een goede werking van onze website.

Functioneel
[2]
  • Microsoft Clarity
    Door plaatsing van deze cookies krijgen wij als organisatie geanonimiseerd informatie over het gebruik van website en waar de websitebezoekers vandaan komen.
  • Virtuele tours
    Door plaatsing van deze cookie gaan we misbruik van deze content tegen.

Voorkeuren aanpassen