25-jarig jubileum Marc van Beurden | “Die ‘zachte kant’ past bij mij”
31 aug. 2022 16:00
Van een vriend had gynaecoloog-oncoloog Marc van Beurden gehoord dat het Antoni van Leeuwenhoek een leuk ziekenhuis was om stage te lopen. Inmiddels werkt hij hier alweer vijfentwintig jaar. Al die jaren zette hij zich in voor zaken op het gebied van welzijn van collega’s. Reden genoeg voor een gesprek met hem over statussen, openheid en de vooruitgang in zijn vakgebied.
Wetenschappelijke stage
Het was al in 1983 dat Marc voor het eerst in het Antoni van Leeuwenhoek kwam. “Dat was als student Geneeskunde. Ik deed een wetenschappelijke stage bij een internist. Een vriend van mij had mij gezegd dat dit een leuk ziekenhuis was. Hij had gelijk. Ik kreeg hier meteen het idee dat ik hier later wel wilde werken.”
Na zijn stage werkte hij kort op het Trialbureau. “Ook dat was leuk werk, al verwacht ik dat het daar tegenwoordig heel anders aan toe zal gaan. Ik zie me nog met statussen sjouwen en achter specialisten aan rennen, om te vragen of bepaalde data wel klopten…”
Rolmodellen
Als specialisatie in zijn studie koos Marc voor de gynaecologie. “Tijdens mijn tijd in wat toen nog het AMC heette, merkte ik echter dat het niet de bevallingen waren die me het meest aantrokken. Ik kan me nog goed herinneren dat we een patiënte met baarmoederhalskanker hadden. Dat maakte veel indruk op me, vooral hoe de artsen met de patiënte omgingen. Zij waren echt rolmodellen voor mij.”
Marc besluit om zich ook in de oncologie te specialiseren. Het is op die combinatie dat hij in 1998 zal promoveren, maar toen werkte hij al twee jaar in het Antoni van Leeuwenhoek. “In 1996 kon ik hier beginnen via een KWF-fellowship. De afdeling Gynaecologie bestond destijds nog maar uit twee personen. Dan zijn er nu wel 45, inclusief acht stafleden. In die ruim 25 jaar is de afdeling enorm gegroeid!”
Staflid
Nog geen anderhalf jaar na zijn aanstelling als KWF-fellow, vertrok een van de twee gynaecologen naar het Erasmus MC in Rotterdam. “Zo werd ik in 1997 officieel staflid in wat toen nog een klein ziekenhuis was. Aanvankelijk kende ik er iedereen. Vlak voordat ik kwam, was het zelfs nog zo dat alle specialisten gezamenlijk een ronde liepen langs de patiënten.”
Dat maakte Marc zelf net niet meer mee. “Wel kwamen alle specialisten elke woensdag samen in een collegezaal. Daar werden patiënten uit allerlei vakgebieden besproken. De huidige tumorwerkgroepen waren er nog niet, ook niet in andere ziekenhuizen. Daar zouden we later als Antoni van Leeuwenhoek in Nederland misschien wel de eerste mee zijn.”
Vooruitgang
Ook in zijn eigen vakgebied zag hij grote vooruitgang. “Belangrijk was bijvoorbeeld de start van de HPV-vaccinatiecampagne, waarbij meisjes (en tegenwoordig ook jongens) worden ingeënt tegen onder meer baarmoederhalskanker. De introductie van de sentinel node-procedure bij vulvakanker was eveneens een grote stap. Verbeterde operatietechnieken, beter zicht op erfelijkheid en nieuwe medicijnen vergrootten de kans op overleving bij eierstokkanker. Betere postoperatieve pijnbestrijding en laparoscopisch opereren zijn redenen dat we, ondanks dat we tegenwoordig véél meer patiënten behandelen, toch niet méér bedden nodig hebben.”
Voldoening
Gezamenlijk proberen de beste zorg te leveren, daar draait het voor Marc om. “Ervoor zorgen dat dingen goed geregeld worden, daar haal ik veel voldoening uit.”
Veel voldoening haalt hij ook uit wat hij zelf ‘de zachte kant’ van zijn werk noemt. “Dan doel ik op de persoonlijke relaties tussen collega’s onderling. Daar hoort ook het oplossen van conflicten bij. Als ik ooit een andere studie had willen doen, dan was dat Psychologie. Dat hele sociale aspect past bij mij. Het gaat me ook aan het hart.”
Bestuur Medische Staf
Met veel plezier kijkt hij terug op de zes jaar (van 2014 tot 2020) waarin hij in het bestuur van de Medische Staf zat. “Bij mijn afscheid daar werd ik met een knipoog de filosoof van het ziekenhuis genoemd. Dat is natuurlijk wat overdreven, maar ik ben wel altijd bezig met nadenken over hoe we dingen beter met elkaar kunnen afstemmen, zodat iedereen hier prettig kan werken.”
In die jaren droeg hij onder meer bij aan de komst van een medisch ethicus en een vertrouwenspersoon. “Mijn secretaresse zei toen: goh, ik dacht dat jíj de vertrouwenspersoon was. Zo vaak liepen collega’s even mijn kamer binnen en deden ze de deur dicht om iets te bespreken. Die vraag beschouw ik als een compliment. Het zegt iets over wie ik ben.”
In gesprek
Marc was eveneens (mede) verantwoordelijk voor de introductie van intervisie, peer support, mentorschap, een digitaal platform voor duurzame inzetbaarheid van artsen en periodieke evaluaties via IFMS en gesprekken met de Raad van Bestuur over sociale veiligheid. “Bij peer support is een belangrijk doel om de dokter zelf gezond te houden, door hem of haar persoonlijk te benaderen na een calamiteit.”
Tekenend voor hem is ook wat hij deed, toen hij zelf met zo’n calamiteit te maken kreeg. “Bij een vrouw van begin vijftig heb ik eens de eierstokken verwijderd, hoewel we hadden afgesproken dat ik dat niet zou doen. Toen ik me mijn fout realiseerde, ben ik direct met die vrouw en haar echtgenoot in gesprek gegaan. Openheid is heel belangrijk. Over mijn ervaring heb ik later ook verteld op een congres, zelfs al zaten daar drie dames van de inspectie op de voorste rij…”
Portret
En tot slot, hoe houdt Marc zichzelf gezond? “Ik werk tegenwoordig nog maar drie dagen, niet fulltime meer. Ik doe de kaderopleiding Supervisie en coaching bij het Nederlands Huisartsen Genootschap. Daarnaast vind ik het heerlijk om te sporten, te zwemmen vooral. Ook schilderen geeft me rust. Misschien kennen mensen hier wel het portret dat ik van Frits van Coevorden schilderde. Het hangt tussen portretten van andere chirurgen op de eregalerij. Ik maakte het voor hem bij zijn afscheid.”