Waarom zou je jaren van je leven willen wijden aan een ogenschijnlijk nietszeggend eiwit in bakkersgist? Of aan hoe een eencellige parasiet zijn DNA aankleedt? Groepsleider Fred van Leeuwen moet die vraag in het verleden vaak hebben gehoord, of op zijn minst hebben gezien in de ogen van mensen die hij over zijn werk vertelde. Inmiddels heeft zijn onderzoek, en de tijd, laten zien hoe basale ontdekkingen in dit soort micro-organismen van cruciaal belang zijn voor vernieuwende toepassingen in de geneeskunde.
De verpakking bepaalt
Het fundament van wat we weten over onze eigen cellen is bijvoorbeeld verrassend incompleet. We begrijpen nog altijd maar deels hoe onze lichaamscellen werken. Hoe ze zich bijvoorbeeld met één en dezelfde DNA-code, toch tot heel verschillend cellen kunnen ontpoppen. Een huidcel is geen hartcel. Een hersencel verre van een darmcel. “Dat doet de verpakking van het DNA”, zegt Van Leeuwen, die is benoemd tot bijzonder hoogleraar Cellulaire Epigenetica aan de Universiteit van Amsterdam. “Die verpakking van het DNA bepaalt het lot van een cel, doordat ze dicteert welke genen wanneer aan staan. Epigenetica noemen we dat. En alhoewel we die verpakking nu best goed kennen, snappen we nog niet goed hoe al haar onderdelen met elkaar, en met andere delen van de celkern, samenwerken. In dat samenspel ligt nog een interessante uitdaging. We moeten echt terug blijven gaan naar die basis om verder te komen in de wetenschap en geneeskunde.”
Petunia’s en lapjeskatten
“Fundamenteel onderzoek kan raar lopen”, weet Van Leeuwen. En juist daarin schuilt een enorme kracht. Door in bakkergistcellen zijn nieuwsgierigheid achterna te gaan, ontdekte hij bijvoorbeeld hoe een eiwit genaamd Dot1 de verpakking van het DNA kan veranderen. “Inmiddels blijkt dit een interessant aangrijpingspunt te zijn voor de behandeling van leukemie. En we onderzoeken of we met deze kennis immuuntherapie voor kanker kunnen verbeteren.”
Fundamenteel onderzoek heeft de afgelopen decennia als het ware de hele epigenetica ‘ingekleurd’. Van Leeuwen: “Er zijn wel honderd voorbeelden van onderzoek, van petunia’s tot lapjeskatten, die laten zien hoe fundamenteel onderzoek heeft ontrafeld hoe en waarom genen aan en uit gaan. Geen van die onderzoekers begon met de vraag: hoe kunnen we kanker behandelen? Maar we kunnen hun toolbox inmiddels heel goed benutten voor kankeronderzoek.”
Tranen van geluk
En ook nu nog keert Van Leeuwen terug naar de eencelligen waar het voor hem drie decennia geleden mee begon. “We moeten nieuwe technieken ontwikkelen om het aan en uitzetten van genen écht goed te snappen”, zegt hij, “en dat kan uitstekend in bakkersgist.” Ook buiten zijn lab ziet Van Leeuwen zo nu en dan de impact van zijn werk. Als onderwijzer bijvoorbeeld. Hij begeleidt regelmatig scholieren op een nabijgelegen middelbare school met hun profielwerkstuk. “De meeste van hen hebben geen idee wat ze met hun leven willen doen. En als ze na zo’n werkstuk en een bezoek aan ons lab weten dat ze de levenswetenschappen in willen, dat vind ik prachtig. Ik heb inmiddels huilende moeders bij me gehad, die zeiden: ‘Dankjewel, dit is enorm: mijn dochter weet wat ze wil!’ Dat zijn gave momenten.”
Bekijk de oratie via de livestream