Internationale erkenning voor vernieuwende aanpak van hersenkanker
26 okt. 2023 12:00
Onderzoekers van de universiteiten van Amsterdam en Leiden willen een nieuwe aanpak ontwikkelen voor de bestrijding van glioblastoom, een ernsitge vorm van hersenkanker. Hiervoor ontvangen zij samen een prestigieuze Europese subsidie, een ERC Synergy Grant, van 10,6 miljoen euro. Ze willen enzymachtige moleculen gebruiken die kankermedicijnen in het tumorweefsel zelf produceren. Deze nieuwe benadering kan veel problemen oplossen die een effectieve behandeling van glioblastoom nu nog in de weg staan.
Een radicaal nieuwe benadering van chemotherapie
Het Cat4CanCenter project wil een radicaal nieuwe benadering van chemotherapie introduceren. Het combineert de inzet van prof. dr. Joost Reek, expert in katalyse aan de UvA, dr. Leila Akkari, kankerimmunoloog aan het Nederlands Kanker Instituut (NKI), het onderzoeksinstituut van het Antoni van Leeuwenhoek, en Oncode Institute, en prof. dr. Alexander Kros van de Universiteit Leiden, gespecialiseerd in gereguleerde medicijnafgifte. Samen stellen zij een vernieuwende vorm van chemotherapie voor waarbij actieve, toxische geneesmiddelen in de tumor zelf worden samengevoegd. Om dit mogelijk te maken willen ze eerst een moleculaire aanjager in het tumorweefsel brengen met behulp van kleine vetdeeltjes. Daarna worden zogenaamde pro-drug moleculen toegediend. De aanjager zet deze niet-giftige stoffen vervolgens om in actieve geneesmiddelen, die het glioblastoom 'van binnenuit' bestrijden.
Schematische weergave van de voorgestelde aanpak van glioblastoom:
Deze aanpak heeft als voordeel dat de tumor met hoge concentraties medicijnen wordt bestreden zonder de gebruikelijke bijwerkingen. In tegenstelling tot de huidige behandeling, die een hoge dosis in de bloedbaan vereist, vermijdt deze nieuwe methode complicaties door het gebruik van niet-giftige pro-drugs.
Gerichte toediening met kleine vetdeeltjes
Effectieve metaalkatalyse
Prof. Reek zal zijn expertise benutten om de verpakte aanjagers te ontwerpen die de aanmaak van de gewenste geneesmiddelmoleculen voor hun rekening nemen. Hij legt uit dat zijn team er de afgelopen jaren in is geslaagd om met dergelijke aanjagers in een biologische omgeving metaal-gekatalyseerde synthese mogelijk te maken. "Ze functioneren nu in een waterige omgeving, in aanwezigheid van biologische moleculen en zelfs in levende cellen. Als we de verpakking zo ontwerpen dat er een zekere voorkeur is voor de prodrug, dan werkt de aanjager op een enzymachtige manier. Daardoor is ook bij lage concentraties een hoge omzettingsefficiëntie te realiseren." Hij hoopt nu deze potentie van metaalkatalyse te kunnen toepassen voor de behandeling van kanker, maar beseft dat de uitdaging groot is: "We moeten in staat zijn een hele reeks medicijnmoleculen te maken om alle aspecten van de snelle groei van glioblastoom te bestrijden."