Zomerserie het Parool deel 6: plastische chirurgie en medisch tatoeëren na een behandeling
31 aug. 2023 14:00
In een nieuwe zesdelige serie van Het Parool loopt journalist Jop van Kempen mee met patiënten, artsen, verpleegkundigen en onderzoekers van ons ziekenhuis. Vandaag deel 6, het slot: plastische chirurgie en medisch tatoeëren na een behandeling. ‘Het gaat ook over de kwaliteit van leven.’
Op 26 augustus is het 300 jaar geleden dat Antoni van Leeuwenhoek stierf. Dit jaar bestaat het Antoni van Leeuwenhoek 110 jaar. In een zesdelige serie lopen we mee met patiënten, artsen, verpleegkundigen en onderzoekers van het ziekenhuis dat vernoemd is naar de pionier in de microbiologie. Deel 6, het slot: plastische chirurgie en medisch tatoeëren na een behandeling. ‘Het gaat ook over de kwaliteit van leven.’
Journalist: Jop van Kempen | Beeld: Eva Plevier | Lees het artikel in het Parool
Ingrid Wolff (57) drinkt koffie met een rietje. “Ik heb geen spieren meer in mijn bovenlip, dus drinken zoals vroeger gaat niet meer,” zegt ze. “Zonder rietje valt de koffie op mijn kleren.”
Ook eten moet Wolff aangepast doen; ze drinkt haar maaltijden deels. Ze toont een flesje met medische voeding, die de noodzakelijke voedingsstoffen bevat. Of ze kauwt zacht voedsel voorzichtig weg. “Liever tartaar dan biefstuk,” zegt ze. “En liever goed doorgekookte aardappelen dan brood, want brood is hels.”
Nog enkele nadelen van de tien operaties in haar aangezicht: de huid aan de binnenkant van haar mond is getransplanteerd uit haar arm, en de haartjes groeien gewoon door. “Een huidtherapeute moet de haren bijna van mijn tanden halen,” zegt ze glimlachend.
Ze kan haar mond niet ver openen. Ze heeft vijf keer per dag een bloedneus. Lippenstift beklijft niet meer, want haar bovenlip heeft geen huidgroefjes waaraan de verf hecht. “Mijn bovenlip is getatoeëerd.”
Maar de voordelen van al die medische ingrepen: “Ik leef. Ik heb geen agressieve huidkanker meer. En mijn gezicht ziet er weer tamelijk normaal uit.”
Verbaasde blik
“Toen is besloten een groter deel van de huid weg te halen dan gebruikelijk,” zegt Wolff. “Vanaf het midden van de neus tot aan de bovenlip werd alles verwijderd. Je zag alleen nog rozig vlees. Ik droeg altijd gaasjes om de boel te bedekken. Tegen infectie en tegen de aanblik. Voor voorbijgangers zag het er heftig uit.”
Nog steeds staren mensen Wolff soms aan. Hoewel haar gezicht door plastische chirurgie grotendeels in de oude staat is hersteld, is er wel ‘iets’ te zien. Zien mensen wellicht het kleurverschil in de huid? Iets van een litteken? De overgang in de structuur van het gezicht?
Wolff laat zich er echter niet door uit het veld slaan. “Een voorbijganger mag een keer wat langer naar me kijken,” zegt ze. “Twee keer ook. Maar als mensen me gaan aanstaren, dan ga ik terugstaren. Dan weten ze zich meestal geen houding meer te geven.”
Ze maakt een uitzondering voor kinderen. “Die kun je niet kwalijk nemen dat ze blijven kijken. Bij volwassenen moet na de eerste of tweede verbaasde blik het besef indalen dat staren ongepast en onbeleefd is. Als ze dat zelf niet kunnen, laat ik dat merken.”
Wolff – die voor haar ziekte medewerker studentenadministratie van Aventus in Apeldoorn was, maar nu volledig is afgekeurd – mijdt geen enkele sociale bijeenkomst. “Waarom zou ik? Ik lig er niet wakker van als sommige mensen me aanstaren.”
12.000 tepels getatoeëerd
Wolff is dan ook een stevig, opgeruimd type, zegt Brigitte Drost, arts-medisch tatoeëerder van het Antoni van Leeuwenhoek. “Ze kwam kaarsrecht mijn spreekkamer ingelopen, en dat is voor veel patiënten niet vanzelfsprekend. Sommigen hebben na de behandeling veel moeite met hun veranderde uiterlijk. Ze voelen zich onzeker.”
Drost kan iets betekenen voor die patiënten. Als lid van de afdeling plastische chirurgie is ze al 24 jaar aan het ziekenhuis verbonden. Een van haar specialisaties is tepels tatoeëren na een borstoperatie. “Ik denk dat ik dat al 12.000 keer heb gedaan,” zegt ze. “Veel vrouwen helpt het bij het accepteren van de ziekte die ze hebben gehad.”
Drost kan meer. Zo is ze in staat om de functionaliteit van het lichaam te vergroten en littekens minder zichtbaar te maken. Dat deed ze bij Wolff ook. “De naald van mijn tatoeage-apparaat zorgt voor een ontstekingsreactie in de huid. Een gevolg daarvan is dat het littekenweefsel wordt afgebroken, waardoor bijvoorbeeld de mond verder open kan en pijn afneemt. Je ziet het litteken ook gewoon minder.”
Dat helpt, ervaart Drost. “Iemand met een groot litteken in de nek wordt na mijn ingreep minder aangestaard. Als zo’n litteken sociaal meer wordt geaccepteerd, helpt dat bij zelfaanvaarding. Dan gaan mensen er minder onder gebukt.”
Vooral mannen zijn aanvankelijk huiverachtig over medische tatoeages, merkt Drost. “Dan komen ze binnen en zeggen ze dat ze al blij zijn dat ze nog leven. Dat is natuurlijk zo, maar het gaat ook over de kwaliteit van leven. Als je gestigmatiseerd door het leven gaat door je uiterlijk, wordt het leven minder leuk.”
Wolff is gelukkig met het bereikte resultaat. Grappige bijkomstigheid; ze is als casus gepresenteerd op wetenschappelijke congressen in Mexico en Iran, zo vernam ze van de hoofd-halschirurg die haar opereerde, Peter Lohuis.
Nagemaakte oren
Het ziekenhuis heeft meer in petto voor patiënten die door de ingreep een veranderd uiterlijk hebben: een nieuwe kaak uit een 3D-printer, maar ook nagemaakte oren of oogkassen die nauwelijks van het origineel zijn te onderscheiden.
Drost rondde de opleiding geneeskunde en de kunstacademie af en heeft zich het medische tatoeëren zelf eigen gemaakt. Aanvankelijk ondervond ze van de artsen wat scepsis (‘sommigen dachten: laat haar maar lekker kleuren’), maar inmiddels voelt ze dat haar expertise ook in medische kringen wordt gewaardeerd. Medisch tatoeëren maakt nu deel uit van de behandeling.
“Wat ik doe is niet levensreddend, maar welzijnsverhogend. Ik bouw geen huis, maar ben een soort huisschilder, die het er met een lik verf beter kan laten uitzien. Van iets dat afwijkt, probeer ik iets normaals te maken dat beter werkt en minder pijn doet.”