Hoewel dit mechanisme zeer doeltreffend lijkt te zijn in het opruimen van overtollige cellen, inclusief mutante cellen, blijkt het niet onfeilbaar. Het lichaam ruimt de meeste van deze cellen op aan het einde van de cyclus, maar sommige gemuteerde cellen kunnen het proces toevallig overleven. In plaats daarvan zorgt hetzelfde proces van weefselvernieuwing er voor dat de cellen zich kunnen vermenigvuldigen en verspreiden binnen het normale weefsel. De natuurlijke weefselvernieuwing in de borst lijkt dus een tweesnijdend zwaard te zijn: enerzijds leidt het tot de natuurlijke verwijdering van overtollige (zowel normale als mutante) cellen, anderzijds vergemakkelijkt het de expansie van enkele mutante cellen binnen het gezonde weefsel.
Colinda Scheele: “In ons onderzoek observeerden we de evolutie van gemuteerde cellen voordat ze zich ontwikkelden tot kanker. Meer specifiek hebben we zowel gezonde als gemuteerde stamcellen in het borstweefsel van muizen gelabeld en hun gedrag gedurende enkele maanden gevolgd. Onze bevindingen toonden aan dat de menstruatiecyclus het gedrag van de gelabelde cellen beïnvloedde en sommigen van hen in staat stelde om zich over grote afstanden te verspreiden. ”
Jacco Van Rheenen: “Onze bevindingen tonen aan dat er bij elke menstruatiecyclus een kleine kans is dat gemuteerde klonen groter worden en zich verspreiden over grote gebieden in het borstweefsel. Dit betekent ook dat een hoger aantal cycli de kans op de verspreiding van mutaties vergroot en zodoende ook de kans op het ontwikkelen van kanker op termijn. Het verklaart mogelijk ook waarom zwangerschappen en borstvoeding de kans op borstkanker verkleinen.”
Hoewel dit onderzoek meer inzicht geeft in de vroegere stadia van tumorvorming, is er meer onderzoek nodig om te bepalen hoe en waar artsen kunnen ingrijpen om ervoor te zorgen dat cellen met mutaties zich niet tot kanker ontwikkelen. Als volgende stap hoopt het team menselijk weefsel van donoren te onderzoeken om na te gaan of dezelfde mechanismen in het menselijk lichaam aan het werk zijn.
Het onderzoek beschreven in deze wetenschappelijke publicatie werd mogelijk gemaakt dankzij het Cancer Grand Challenges PRECISION team en dankzij de financiële steun van Cancer Research UK, KWF Nederlandse Kankerbestrijding, de Boehringer Ingelheim Foundation, de FEBS excellence award, het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek, EMBO en de European Research Council.