Bevolkingsonderzoek kan helpen om prostaatkanker vroeg op te sporen | uroloog Pim van Leeuwen op NOS.nl
5 feb. 2025 12:00
Bevolkingsonderzoek bij mannen kan helpen om prostaatkanker in een vroeg stadium op te sporen, zeggen experts. Daardoor kunnen uitzaaiingen en sterfgevallen worden voorkomen. Uroloog Pim van Leeuwen van het Antoni van Leeuwenhoek in Amsterdam pleit voor een onderzoek op maat voor mannen die het grootste risico lopen op de ziekte.
Bron: Bevolkingsonderzoek kan helpen om prostaatkanker vroeg op te sporen | NOS.nl
Uit cijfers van het Integraal Kankercentrum Nederland bleek dat vorig jaar opnieuw meer mensen de diagnose kanker kregen. Bij vrouwen werd borstkanker het vaakst gediagnosticeerd, bij mannen was dat prostaatkanker. Dit type kanker werd bijna net zo vaak vastgesteld als borstkanker.
'Geen houdbare situatie'
Van Leeuwen kijkt niet op van de uitkomsten van het onderzoek. Hij vindt het zorgelijk dat steeds meer mensen op latere leeftijd een diagnose krijgen en daardoor steeds meer mensen komen te overlijden.
"We moeten daarom in actie komen, want het is geen houdbare situatie meer qua zorgbelasting en de toenemende kosten van medicijnen." Hij pleit er daarom voor om in een eerder stadium de ziekte op te sporen. Van Leeuwen: "We kunnen op een gestructureerde manier de mensen die het hoogste risico op prostaatkanker hebben identificeren. Als we deze mannen op tijd een passend screeningsprogramma aanbieden, kunnen we een heel aantal uitzaaiingen en sterfgevallen terugdringen."
Vergrijzing en bewustzijn
Een van de oorzaken dat steeds meer mannen de diagnose krijgen, is de vergrijzing. De stijging komt ook doordat er meer bewustzijn is gecreëerd over de ziekte. "Steeds meer mensen laten zich in een vroeg stadium testen op prostaatkanker." Desondanks vindt de uroloog dat het nog niet vroeg en gestructureerd genoeg gebeurt.
Dat er nog geen bevolkingsonderzoek is, komt omdat de Gezondheidsraad de voordelen niet vindt opwegen tegen de nadelen, vertelt Van Leeuwen. Ook konden onderzoeken volgens hem pijnlijk zijn en kunnen behandelingen bijwerkingen hebben. "Soms hebben patiënten daar de rest van hun leven nog last van."
Maar dankzij nieuwe ontwikkelingen en betere technieken in de diagnostiek is er vooruitgang geboekt. "De overdiagnose is verminderd." Daarmee verwijst hij naar het fenomeen waarbij een 'ziekte' wordt vastgesteld die geen klachten geeft.
Ook zijn de nadelen van het nemen van een pijnlijke biopt, waar vaak risico's op infecties aan kleven, volgens hem minder geworden. "Die worden nu alleen nog gedaan via een MRI-scan en onder verdoving. De kans op infecties is bijna nul geworden en de nadelen ervan veel minder." De uroloog raadt mannen aan om vanaf hun 50e jaar zich te laten informeren over vroegdiagnostiek.
Opsporing borstkanker als voorbeeld
Ook de Prostaatkankerstichting pleit voor een aanpak in een eerder stadium voor het bestrijden van de ziekte. "Wij horen keer op keer de verhalen van mannen die pas een diagnose krijgen als het te laat is", zegt voorzitter Peter Ruigrok. "Dit leidt niet alleen tot enorm veel leed, maar verkleint ook de kans op succesvolle behandeling. Terwijl we weten dat vroege opsporing het verschil kan maken tussen leven en dood."
Volgens de Prostaatkankerstichting is het tijd "dat vroege opsporing van prostaatkanker net zo vanzelfsprekend wordt als die van borstkanker". Daarom pleit de stichting "voor een proeftuin waarin onderzocht wordt hoe screening verantwoord kan worden ingezet".
Ruigrok zegt dat zijn stichting in gesprek is met verschillende partijen in de zorg om dat mogelijk te maken, maar dat blijkt een "complex proces" te zijn.
"Dat heeft te maken met hoe er in het verleden gedacht werd over het diagnosticeren van prostaatkanker", vertelt Ruigrok. "Ook heeft het te maken met de discussie over of ziekenhuizen niet overbelast worden. Wij denken dat het een kwestie is van goed en anders organiseren, zoals het ook bij borst- en darmkanker is georganiseerd."