Over ons onderzoek met proefdieren
Ons onderzoeksinstituut, het Nederlands Kanker Instituut, behoort tot de wereldtop in het onderzoek om kanker steeds beter te begrijpen en te behandelen. Daarbij maken we gebruiken van veel verschillende onderzoeksmethoden, die elkaar aanvullen. Onze onderzoekers gebruiken ook muizen, en soms ratten, om kanker te bestuderen en nieuwe behandelingen te ontwikkelen. We vinden het belangrijk om hier open over te zijn. Daarom hebben we in 2021 de Nederlandse ‘Transparantieovereenkomst dierproeven’ mede opgesteld en ondertekend. Het doel daarvan is te komen tot een transparanter klimaat rondom dierproeven, een onderwerp dat doorgaans tot felle discussies leidt in de samenleving, de media en de politiek.
Onmisbaar voor een complexe ziekte als kanker
De belangrijkste reden dat dierproeven nodig zijn, is dat kanker een erg complexe ziekte is, waar verschillende soorten cellen en ook vaak organen bij betrokken zijn. Grote vragen in het kankeronderzoek als 'hoe zaait kanker uit naar andere organen?', of 'hoe kan ons immuunsysteem kanker bestrijden?', kunnen we niet alleen maar bestuderen in cellen of stukjes weefsel, óf in klinisch onderzoek met mensen.
Immuuntherapie
Onderzoek met proefdieren heeft gezorgd voor grote doorbraken in de behandeling van kanker. Een voorbeeld is immuuntherapie tegen kanker, waarbij het immuunsysteem wordt geholpen om kanker te bestrijden. Ook voor onderzoek naar nieuwe combinatietherapieën tegen kanker die in het lab zijn ontwikkeld, zorgt onderzoek op muizen voor de kennis die nodig is om klinische studies te kunnen starten.
Mouse Cancer Clinic
In 2014 is ons nieuwe proefdiergebouw geopend, met daarin de Mouse Cancer Clinic. Hier ontwikkelen en testen we nieuwe behandelingen die we in ons ziekenhuis aan mensen hopen te gaan geven. Muizen worden behandeld met chemotherapie, bestraling, een operatie of immuuntherapie, of een combinatie van behandelingen. Zoals ook mensen worden behandeld. Ook gebruiken we dezelfde methoden als bij mensen om de effecten van de behandeling te zien, zoals het gebruik van MRI en CT scans.
Alleen als het niet anders kan
Dierproeven worden in Europa alleen toegestaan als er geen andere mogelijkheden zijn om een onderzoeksvraag te beantwoorden. Bij elke dierproef wordt zorgvuldig afgewogen of de noodzaak van de proef opweegt tegen het gebruik van dieren en het ongemak, of zelfs de pijn die de dieren daarbij kunnen ondervinden. Onze dierenartsen zien erop toe dat er tijdens de dierproef vakkundig en zorgvuldig wordt gewerkt en dat de dieren geen onnodig ongerief of pijn hebben.
Waarom muizen en ratten?
Het lichaam van muizen en ratten is even ingewikkeld als dat van onszelf. Bovendien lijkt de manier waarop kanker zich ontwikkelt, en de manier waarop kanker op behandelingen reageert, bij muizen en ratten sterk op hoe dat bij de mens gebeurt. Daarnaast zijn muizen en ratten eenvoudig in onderhoud, huisvesting en voortplanting.
Andere methoden
Als het mogelijk is gebruiken we natuurlijk geen proefdieren. We doen ook onderzoek naar andere methoden om de belangrijke vragen over kanker op te lossen, waarbij we geen of minder proefdieren hoeven te gebruiken. We gebruiken sinds kort bijvoorbeeld stukjes weefsel van patiënten om medicijnen op te testen.
We zorgen goed voor onze dieren
De dieren worden bij ons gehuisvest en verzorgd volgens de nieuwste inzichten van dierenwelzijn en uiteraard volgens de geldende wet- en regelgeving. Onze proefdierverzorgers letten dagelijks goed op de dieren, en waarschuwen als de dieren opeens ziek worden of op een andere manier pijn of ongerief ervaren. We hebben drie dierenartsen in dienst. Zij zijn aanwezig in het proefdierhuis en dragen zorg het welzijn van de dieren.
Vervanging, verfijning, vermindering
We doen er alles aan om goed doordachte en noodzakelijke dierproeven uit te voeren, het leed en ongemak voor de dieren tot het minimum te beperken en indien mogelijk andere methoden te gebruiken waardoor minder of zelfs helemaal geen dieren nodig zijn. Daarbij zijn de zogenoemde ‘drie V’s’ leidend: Vervanging, Vermindering en Verfijning. De drie V’s zijn al sinds de jaren ’70 in de wet verankerd. De Nederlandse wetgeving is bovendien strenger dan die van de meeste Europese landen.
- Vervanging: bij elke onderzoeksvraag zoeken we eerst naar andere methoden om het probleem te onderzoeken.
- Vermindering: we gebruiken zo weinig mogelijk dieren. Bijvoorbeeld door gegevens van eerdere onderzoeken opnieuw te gebruiken, of door technologische innovaties. Zo kunnen we tegenwoordig met microscopie in één en hetzelfde proefdier de ontwikkeling van een tumor op cel niveau volgen. Daardoor kunnen we met minder proefdieren toe.
- Verfijning: we doen er alles aan om ongerief bij de proefdieren tot een minimum te beperken, met behulp van de nieuwste inzichten over huisvesting, voeding en pijnbestrijding; zo worden de muizen bijvoorbeeld zo min mogelijk alleen in een kooi gezet en hebben ze materialen om in te schuilen en mee te spelen.
Verantwoording
De Nederlandse wetgeving over proefdieren is zeer streng en ook de controle is streng. Elk proefdier moet worden verantwoord bij de Centrale Commissie Dierproeven (CCE) van de overheid, die de vergunningen afgeeft voor dierproeven. De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) houdt vervolgens streng toezicht op gebruik en leefomstandigheden en maakt de proefdiergegevens van Nederlandse instellingen jaarlijks openbaar.
Eigen Instituut voor Dierenwelzijn
Daarnaast hebben we zelf een Instituut voor Dierenwelzijn dat waakt over het welzijn van de proefdieren en de kwaliteit van de dierproeven. Onze dierenartsen hebben de taak erop te letten dat we doen wat in de wet staat, controleren of iedereen kundig en vaardig is om het proefdieronderzoek uit te voeren en houden het welzijn van de proefdieren nauwlettend in de gaten.