Angst, somberheid en slapeloosheid bij kanker
De diagnose kanker is een ingrijpende gebeurtenis die je leven op zijn kop kan zetten. Je krijgt te maken met onderzoeken, behandelingen en controles in het ziekenhuis. Dit heeft vaak ook invloed op je gezin, werk, financiën, sociale contacten, lichamelijk functioneren en zorgtaken. Deze veranderingen kunnen je uit balans brengen.

Vaak worden deze klachten na een tijdje vanzelf minder. Als dat niet zo is, kun je aan je behandelaar een verwijzing vragen voor psychosociale zorg in het Centrum voor Kwaliteit van Leven. Daar werken ondersteuningsconsulenten, maatschappelijk werkers en psychologen die je kunnen helpen weer beter in balans te komen.
Hieronder geven we per onderwerp uitleg en tips waarmee je zelf aan de slag kunt gaan om klachten te verminderen of te voorkomen. Deze adviezen zijn algemeen en voor een advies op maat is het verstandig om met een zorgverlener te overleggen.
Algemene tips
- Zoek sociale steun: probeer het niet alleen te doen. Verzamel de mensen om je heen bij wie je je goed voelt en laat ze helpen, bijvoorbeeld met praktische dingen. Probeer te praten over wat je meemaakt met mensen die je vertrouwt.
- Verminder stress door te bewegen en ontspanning te zoeken, bijvoorbeeld door buiten te gaan wandelen.
- Zorg dat je goed geïnformeerd bent over je ziekte en behandeling, maar gebruik de informatie van betrouwbare bronnen: je behandelteam, je huisarts, of betrouwbare websites zoals kanker.nl en www.avl.nl.
- Probeer zeggenschap te houden over de dingen waar je controle over hebt, bijvoorbeeld wanneer je bezoek wilt en welke informatie je met anderen wilt delen.
- Probeer dingen te blijven doen die je leuk vindt en belangrijk voor je zijn.
Angst
Angst is een normale reactie op een nare en onzekere situatie. Angst is vaak erger in periodes met meer onzekerheid: bijvoorbeeld wanneer nog niet helemaal duidelijk is wat er aan de hand is, of wanneer onduidelijk is of de behandeling aanslaat. Angst in de periode tussen een onderzoek (zoals een scan) en de uitslag komt veel voor.

Psychische (geestelijke) angstsignalen zijn: piekeren of malen over dezelfde dingen, je zorgen maken over wat er allemaal zou kunnen gebeuren, en gedachten zoals ‘ik kan dit niet’, ‘ik word gek’, ‘ik ga dood’ of ‘het gaat helemaal mis’.
Angst kan de hele tijd aanwezig zijn zoals een gespannen gevoel, of in aanvallen komen met veel lichamelijke klachten. Dat laatste noemen we paniekaanvallen. Paniekaanvallen zijn heel vervelend, maar paniekaanvallen zijn niet gevaarlijk en gaan vanzelf weer voorbij.
Omdat angst een onprettig gevoel is, willen we dat dit gevoel zo snel mogelijk stopt. We doen dit door angst uit de weg te gaan (vermijden), door op zoek te gaan naar controle, veel te piekeren, of door verdovende middelen te gebruiken (zoals alcohol en drugs). Deze manieren kunnen het gevoel geven dat het angst vermindert, maar vaak houden deze reacties de angst juist in stand of versterken ze de angst. Hieronder geven we tips over hoe je beter met angst om kunt gaan.
Tips bij angst
Gevoelens en gedachten
- Probeer angstgevoelens niet te vermijden maar toe te laten. Het kan ook helpen om er woorden aan te geven of ze met iemand anders te bespreken.
- Zoek ook afleiding van je angstige gedachten, door iets te gaan doen of mensen te zien.
- Denk helpende en geruststellende gedachten. Bijvoorbeeld: “Ik ben in goede handen in het AVL’’.
- Probeer niet te ver vooruit te kijken en in het 'nu' te leven. Richt je op de stap van de behandeling waar je nu in zit.
Doen en laten
- Beperk het zoeken naar informatie over de ziekte en behandeling. Je kunt online ook onjuiste informatie vinden en je kunt banger worden door dingen die je leest, bijvoorbeeld omdat informatie elkaar tegen spreekt. Een betrouwbare website is www.kanker.nl.
- Drink niet te veel koffie, want dit kan angstgevoelens versterken. Vermijd alcohol en drugs, want ook al onderdrukt dit het angstige gevoel tijdelijk, daarna komt het vaak erger terug.
Tips om te ontspannen
-
Bewegen
Beweeg, dat mag een wandelingetje zijn of matig intensief sporten (overleg met je arts wat verstandig is).
-
Natuur
De natuur is een plek waar veel mensen makkelijker ontspannen.
-
Ontspanning
Gebruik yoga, ontspanningsoefeningen of mindfulness om rustiger te worden. Je kunt hiervoor apps gebruiken als VGZ Mindfulness coach of Headspace Mindful Meditatie.
Somberheid
In reactie op slecht nieuws is het normaal om een tijdje verdrietig, somber of pessimistisch te zijn. Ook boosheid komt vaak voor na het horen van een vervelende diagnose.
Als somberheid overgaat in een depressie, is het sombere gevoel vrijwel de hele tijd aanwezig en lukt het niet meer goed om nog plezier aan dingen te beleven. Vaak komen er dan nog andere klachten bij zoals slecht slapen, slecht eten, en veel negatieve gedachten over bijvoorbeeld de dood. Mensen die depressief zijn, hebben vaak nergens meer zin in en trekken zich terug uit hun omgeving.
Sommige mensen krijgen sneller een depressie dan anderen, bijvoorbeeld als ze eerder in hun leven een depressie hebben gehad of als depressie voorkomt in de familie. Het is niet je eigen schuld als je een depressie krijgt.

Tips bij somberheid om een depressie te voorkomen
Gevoelens en gedachten
- Je kent jezelf het beste. Wat heeft je eerder geholpen toen je somber was bij een tegenslag?
- Geef jezelf de ruimte om af en toe somber en boos te zijn, want dit is een normale reactie op tegenslag. Je hoeft niet altijd positief te zijn. Voor sommige mensen kunnen positieve gedachten, of helpende gedachten, de somberheid wel verminderen.
Doen en laten
- Blijf lichamelijk actief: wandelen, hardlopen, fietsen, zwemmen, yoga. Probeer elke ochtend naar buiten te gaan en te bewegen, al is het maar kort.
- Let op je slaapritme. Probeer ’s ochtends niet te lang in bed te blijven liggen, ook niet als je slecht geslapen hebt of moe bent.
- Blijf sociaal actief: probeer contact te houden met de mensen die belangrijk voor je zijn. Dat mag ook een kort gesprek zijn of een telefoontje.
- Probeer elke dag iets te doen wat je normaal gesproken leuk vindt. Schrijf elke dag iets op wat die dag positief was.
Slapen
Slecht slapen komt voor bij 40% van de Nederlanders. Als er sprake is van stress of lichamelijke klachten, leidt dit vaak tot slechter slapen. Het is dus niet vreemd dat periodes met slecht slapen heel veel voorkomen bij patiënten die in het Antoni van Leeuwenhoek behandeld worden.
Gelukkig kan ons lichaam ook functioneren met minder uren slaap dan we gewend zijn. Het lichaam gaat de uren slaap dan effectiever gebruiken, om in de nacht toch te herstellen. Een lange periode van slecht slapen is heel vervelend en ook niet gezond. Slecht slapen, somberheid en angst komen vaak samen voor. Ze kunnen elkaar uitlokken en versterken: door slecht te slapen ben je vatbaarder voor somberheid en angst en door depressie en angst ga je vaak slechter slapen. Sommige medicijnen kunnen ook je slaap verstoren.
Om goed te kunnen slapen zijn drie dingen belangrijk:
(klik op de titels)
Biologische ritme
Je biologische ritme: je slaapt het beste als je een ritme aanhoudt waarbij je elke dag rond dezelfde tijd naar bed gaat en opstaat. Heel lang uitslapen kan je ritme verstoren.
Slaapdruk
Het opbouwen van slaapdruk. Als je overdag wakker bent, maakt je lichaam een stofje aan waarmee slaapdruk wordt opgebouwd. Dit kun je vergelijken met een emmer waar de hele dag druppels water in komen. Hoe langer je wakker bent geweest, hoe meer water in de emmer, en hoe langer en dieper je daarna kunt slapen.
Ontspannen
Ontspannen zijn. Je kunt jezelf niet dwingen om te slapen. Als je je heel gespannen of onveilig voelt, is het moeilijk om in slaap te vallen.



Tips bij slecht slapen
Gevoelens en gedachten
- Kijk niet op de wekker als je wakker ligt, want dat versterkt vaak de stress over het niet slapen.
- Als je niet in slaap komt, komen er vaak vanzelf negatieve gedachten over slapen in je hoofd op: “Ik moet slapen, nou kan ik weer niet slapen, het zal wel niet lukken”. Deze gedachten veroorzaken stress, waardoor de kans dat je in slaap valt alleen maar kleiner wordt. Probeer jezelf met helpende gedachten gerust te stellen, bijvoorbeeld: ‘ik kan ook functioneren met minder slaap’, ‘als ik lig, rust ik ook’, en ‘uiteindelijk val ik vast in slaap’. Als dat niet werkt, kun je beter even opstaan en iets anders gaan doen, en pas weer naar bed gaan als je slaperig bent.
Doen en laten
- Probeer zoveel mogelijk een vast ritme aan te houden van naar bed gaan en opstaan.
- Probeer dutjes overdag te beperken. Slaap niet langer dan een uur en slaap liever niet na 14u in de middag. Dit is vooral belangrijk als je in de nacht slecht slaapt.
- Beweeg overdag, het liefst buiten, zodat je je ’s avonds moe voelt.
- Probeer te ontspannen een uur tot twee uur voor je naar bed gaat. Ga niet meer werken, en vermijd schermen en fel licht.
- Zorg voor een goede slaapkamer: donker, stil, en de juiste temperatuur.
- Je kunt ook in bed een ontspanningsoefening doen, luisteren naar muziek, een podcast of een luisterboek.
- Kijk niet op de wekker als je wakker ligt, want dat versterkt vaak de stress over het niet slapen.
Middelengebruik
- Koffie is pas na 6-8 uur uit je bloed. Drink liever geen koffie na 14u.
- Vermijd alcohol. Ook 1 of 2 glazen verstoort de slaap. Soms lijkt het of je makkelijker in slaap valt, maar je slaapt minder diep en minder goed
- Gebruik niet langer dan twee weken slaapmedicatie, wanneer je dit van de huisarts hebt gekregen. Na twee weken treedt er gewenning op en helpt de slaapmedicatie niet meer. Je kunt er afhankelijk van worden.
